Boothouders Albina: 'Dit probleem los je niet op met geweld'
30/05/2020 00:00
-
Jason Pinas

Boothouders van Albina zitten met de handen in de haar en moeten op de koop toe dealen met militairen en agenten die hen hardhandig aanpakken.
Foto: dWT Archief
ALBINA -
Boothouders van Albina zijn helemaal niet te spreken over de behandeling die ze krijgen van de militairen en politiemannen die de grens bewaken. "Den man no wani taki, na omeni sma den man mishandel zomaar dya", wordt geklaagd.
"We worden onheus behandeld door de verschillende gewapende
diensten die hier vertoeven. Dit probleem los je niet op met
geweld", uit een groep zijn misnoegen tegenover de Ware
Tijd. Gezegd wordt dat onder meer vertegenwoordigers van het
Directoraat Nationale Veiligheid en het Nationaal
Coördinatiecentrum voor Rampenbeheersing (NCCR) zich vaker
misdragen tegenover de lokale gemeenschap wiens leven voor een
belangrijk deel afhangt van activiteiten op de rivier.
"Wanneer ze ons op de rivier zien, willen ze soms niet weten
waar we vandaan komen. Je wordt onnodig kapot geslagen", klaagt een
boothouder terwijl hij de littekens op zijn benen toont. "Luku
san den man du nanga mi. Tot nu toe zijn twee
buitenboordmotoren van mij in beslag genomen en niet teruggegeven."
Jerry Slijngard van het NCCR heeft geen rapportages binnen van
onbehoorlijk gedrag van de diensten in Albina. Ook hoofdinspecteur
Humphrey Naarden beschikt niet over die informatie. Slijngard: "Ik
bevestig het niet, maar ontken het ook niet. Ik zal het wel
onderzoeken."
De grens met Frans-Guyana werd op 30 april gesloten om te
voorkomen dat passagiers uit dat land Suriname binnenkomen. Echter,
volgens de boothouders komt het in hun nadeel omdat hun leven nu
compleet stil ligt. De groep benadrukt dat ze sinds de sluiting van
de grens geen inkomen heeft. "Een boot kost vijfduizend euro, nu
hebben we de investering gepleegd, maar neks unu no man du.
Soso verlies." Op de vraag of ze geen voedselpakketten
krijgen van de overheid klinkt het: "Den man musu syen fu gi
unu den pakket dati. Wij zijn mensen en geen dieren."
Ze zeggen de ernst van de Covid-19-situatie wel te begrijpen,
maar willen ook graag andere mogelijkheden bespreken met de
regering. Die mogelijkheid is tot nu toe niet geboden. Als
ondernemers hadden ze gehoopt dat er vanuit de overheid
alternatieven zouden komen om hun verlies op te vangen. Zo zouden
er bijvoorbeeld controleposten op de rivier geplaatst kunnen worden
waardoor passagiers uit Frans-Guyana gescreend konden worden
voordat ze het land binnenkomen. "Maar niemand praat met ons. Wat
verwachten ze dan dat we gaan doen? Als we geen inkomen hebben gaan
we de mensen illegaal brengen toch? Den pikin fu unu musu nyan.
Ef unu no hori un srefi na rover wi o tron", aldus de
ontevreden boothouders.
Gerelateerde artikelen