'Onbetrouwbaar en corrupt imago overheid moet snel veranderen'
21/07/2020 22:00
-
Wilfred Leeuwin

Monseigneur Karel Choennie (m) en pater Esteban Kross (l) tijdens een ontmoeting in 2018 met president Desi Bouterse over onder meer het natraject van het 8 Decemberstrafproces. De bisschop vindt dat snel moet worden gewerkt aan het wegpoetsen van het onbetrouwbare en corrupte imago van de overheid.
Foto: Kabinet President
PARAMARIBO -
Voor bisschop Karel Choennie van het Rooms-Katholiek bisdom Paramaribo is het herstel van vertrouwen de grootste uitdaging waarvoor Suriname staat. "De president zal met zijn team het negatieve beeld van ‘onbetrouwbaar en corrupt’, dat kleeft aan de overheid, zo snel mogelijk moeten veranderen. De regering zal het voorbeeld moeten zijn van hoe het anders moet", zegt hij in het interview met de Ware Tijd.
Een ommekeer in de huidige situatie begint volgens hem met het
herstel van vertrouwen in de overheid. "En dat zal alleen kunnen
worden bereikt door integer leiderschap. De president en zijn team,
de assembleeleden en de rechters zullen moeten tonen dat zij
eerlijk en betrouwbaar zijn. Maar bovenal dat zij het belang en
welzijn van de hele natie dienen en niet hun enge, persoonlijk
belang." Choennie verwijst naar de afgelopen maanden met de vele
opportunistische benoemingen en onlangs nog met de
betreurenswaardige uitgifte van grond in de Cutuurtuin.
32 jaar geleden
De kerkleider laat zich in het gesprek met de krant leiden door
de jaarlijkse vastenbrief uit 1988 van zijn voorganger, wijlen
monseigneur Aloysius Zichem. Hij schreef, naar aanleiding van de
verkiezingen van 1987: "Wij staan voor een enorme
gemeenschappelijke opgave. Wij kunnen echter kracht en bemoediging
vinden in de tekenen van hoop, die met de laatste staatkundige
ontwikkelingen gegeven zijn: de verkiezingen en een nieuwe
regering."
Choennie zegt dat deze woorden vandaag nog steeds van kracht
zijn en misschien zelfs nog meer. "Ons land heeft nu een nieuw
bewind en de president heeft ons bij zijn inauguratie het
ambitieuze voornemen van zijn regering voorgehouden. Maar geen
enkele regering is in staat om in haar eentje het beleid goed uit
te voeren. De ontwikkeling van de natie is een verantwoordelijkheid
die rust op de schouders van allen: de overheid, kerken,
functionele groepen zoals vakbeweging en bedrijfsleven, kortom het
hele volk. Zoals mijn voorganger dat ook stelt in zijn vastenbrief:
'Ons volk zal zelf aan de ontwikkeling van Suriname moeten
arbeiden, geleid door inspirerende nationale leiders'."
Kerk en staat
Monseigneur Choennie zegt dat de kerk op haar eigen wijze zal
moeten bijdragen aan herstel en ontwikkeling. "Want als kerk zijn
we nu eenmaal een wezenlijk onderdeel van deze samenleving. Het is
zelfs een plicht van elke gelovige, in het bijzonder de geestelijke
leiders." In tegenstelling tot wat velen denken betekent het
principe van scheiding tussen kerk en staat allerminst dat de kerk
zich niet met de politiek mag bemoeien. "De bedoeling van dit
principe is enkel om te voorkomen dat een bepaalde denominatie zich
vestigt als het officiële religieuze lichaam van de natie. Het is
niet bedoeld als een verbod voor religieuze organisaties om zaken,
die van ernstig belang zijn voor het menselijk welzijn, aan te
kaarten. Het is precies op dit punt dat de kerk haar profetische
rol vervult. Die is zich, ongeacht welke regering aan de macht is,
blijven inzetten voor gerechtigheid en vrede, het onrecht blijft
aanklagen en opkomen voor de armen en verdrukten. In feite voor elk
mens en voor alle mensen, ongeacht religieuze affiliatie."
Volgens Choennie is de maatschappelijke rol van de kerk helemaal
geen gunst naar welke overheid dan ook, maar puur plichtsbesef,
vooral daar waar de overheid niet adequaat in kan voorzien. Hij
noemt onder meer de betrokkenheid bij sociale aangelegenheden, in
het onderwijs, zieken- en armenzorg, zorg voor seniorenburgers en
jongeren. De hoop en verwachting zijn daarom dat de kerk ook de
ondersteuning krijgt van de overheid in deze werken.
De kerkleider hoopt dat de enigszins vertroebelde relatie tussen
kerk en staat zal veranderen naar één van dialoog om elkaar
wederzijds te ondersteunen. "Immers, de kerk heeft bij al haar
werken nimmer een commercieel oogpunt, maar slechts het welzijn van
eenieder voor ogen. Het overstappen van objectsubsidie naar
subjectsubsidie willen wij hierbij van harte aanbevelen, om
oneigenlijke banden tussen kerk en staat te voorkomen. De erkenning
van de autonomie van de kerk door de overheid is daarbij zeer
belangrijk om zo de onpartijdigheid te garanderen. De kerk verbiedt
daarom ook dat haar geestelijken politieke benoemingen
aanvaarden."
Garantie
De kerk begrijpt dat het land economisch aan de grond is en
ondersteunt de door president Chandrikapersad Santokhi
aangekondigde dringende maatregelen. "Een onvermijdelijk gevolg van
de maatregelen zal zijn dat onze bevolking net als ten tijde van
het Structureel Aanpassingsprogramma in de jaren negentig wederom
geconfronteerd zal worden met wat in de volksmond genoemd wordt 'de
buikriem strakker aantrekken'. Herstel vraagt altijd om offers. Dat
staat als een paal boven water. Dringend vereist is dat het volk de
garantie heeft dat wij door dergelijke maatregelen uiteindelijk in
een betere economische situatie zullen belanden, waar wij met z'n
allen beter van zullen worden. Ook hier geldt dan weer integer en
betrouwbaar leiderschap."
Monseigneur Choennie verwijst tot slot naar een ander citaat uit
de vastenbrief van zijn voorganger. "Voor een land dat aan zijn
toekomst werkt, is het erg belangrijk te onderkennen, dat alles wat
goed en waardevol is in het leven slechts door eigen
krachtsinspanning en volharding bereikt wordt. Men moet er hard
voor werken, jarenlang, en soms een leven lang. Het vele klagen, de
schuld geven aan anderen of aan omstandigheden van het recente of
verre verleden is in feite een dekmantel van eigen onvermogen om
tot een motiverend plan of tot inspirerende daden te komen."
Choennie stelt dat de recente geschiedenis heeft geleerd dat het
volk heel snel vergeet. Het zal daarom niet mogen verwonderen als
al na een jaar van inspanningen voor herstel, burgers weer zullen
vervallen in het verwijten van de huidige regering en het roemen
van de vorige. Transparantie en openheid van beleid kunnen dit
enigszins verminderen. De regering mag geen enkel besluit of
maatregel als onbelangrijk voor publicatie beschouwen. Voortdurende
verantwoording moet een vaste regel zijn voor elke minister. En ook
een zekere mate van realiteitszin. "Vijf jaar zijn lang niet
voldoende om alle problemen op te lossen. Maar zoals het bekende
gezegde luidt: 'Een goed begin is het halve werk'. Ik feliciteer
het volk met het vredig verloop van de verkiezingen, met de nieuwe
regering en moge de Almachtige God ons allen overvloedig zegenen",
is de wens van bisschop Choennie.
Gerelateerde artikelen