COMMENTAAR: Volksgezondheid
01/08/2020 12:00

DE GEZONDHEIDSZORG STAAT op zijn kop. Er is gebrek aan enkele zeer belangrijke medicijnen, er is gebrek aan geld, maar nog belangrijker is het gebrek aan transparantie en structuur. En hoewel het lijkt alsof minister Armand Achaibersing van Financiën het moeilijk heeft, is de positie van de jonge Amar Ramadhin bij Volksgezondheid ook niet benijdenswaardig.
Het van kracht worden van de Wet Nationale Basiszorg in 2014
betekende voor de ziekenhuizen een enorme ommezwaai. Er was geen
sprake meer van geld krijgen van de overheid voor geleverde
diensten. Maar voor de diensten die afgenomen werden door
verzekerden moest gedeclareerd worden bij de
verzekeringsmaatschappijen.
Het geheel moest een stuk efficiënter en ziekenhuizen waren
gedwongen scherp te zijn in de opbouw van hun declaratie. Echter,
de verzekeringsmaatschappijen boerden bijzonder goed. Toen besloot
de overheid om politiek strategische reden, het grootste deel van
de basiszorg verzekerden onder te brengen bij het SZF. De
organisatie onder de op non-actief gestelde Ricky Kromodihardjo
ontving wanneer het de regering goed uitkwam een vast bedrag en
mocht daar dan mee doen wat het wilde.
Het lijkt een harde conclusie, maar wanneer er sinds 2015 geen
jaarverslagen zijn geproduceerd door het SZF is dit de enige juiste
gevolgtrekking. Ook de betaling van dienstverleners in de
zorgsector door het SZF leverde regelmatig problemen op en volgens
Achaibersing wordt weer in bulk om het verschuldigde geld gevraagd,
net als vóór 2014. Dus we zijn weer bij af.
Nu komt Achaibersing van het verzekeringswezen en kan het
aantrekkelijk zijn terug te grijpen naar wat hij kent: eerst
declareren en dan betalen. Maar de gap periode van drie maanden om
te betalen en ook andere regels maakten overleven voor ziekenhuizen
toen in 2014, geen gemakkelijke taak.
Het ligt aan Ramadhin een nieuwe structuur met de
gezondheidssector te ontwikkelen om een werkwijze te vinden die
verspilling in ziekenhuizen tegengaat en toch hoogstaande zorg
biedt aan patiënten. Voorwaar wordt dat geen makkelijke taak. Geld
zoeken voor een werkende structuur is in deze situatie moeilijk,
maar een aangepaste structuur opzetten mag best een huzarenstuk
worden genoemd. Zeker als er onvoldoende data is en enkele
hardnekkige heilige huisjes moeten worden ingetrapt.
Verder geldt dat de werkers in de zorg gemotiveerd moeten
blijven, want met de Covid-19- pandemie die door Suriname raast is
het all hands on deck. De zorgsector mag dus niet de dupe
worden van geld dat niet wordt betaald of structuren die niet
werken. Partijen zitten in een lastig parket waarin keuzes zullen
moeten worden gemaakt die misschien niet allemaal even leuk zullen
zijn. Belangrijk is dat de zieke mens, dus ook degene die een
andere aandoening heeft dan Covid-19 niet het kind van de rekening
wordt. Maar dat er impopulaire keuzes zullen moeten worden gemaakt
is evident.
Gerelateerde artikelen