COMMENTAAR: Goed nabuurschap
11/08/2020 12:00

IN DE AFGELOPEN tien jaar is Surinames buitenlands beleid veelal gericht geweest op eenzijdig voordeel. Voordat de toenmalige minister Yldiz Pollack-Beighle van Buitenlandse Zaken het namelijk had over het soort partnerschap waarop zou worden gefocust met een bepaalde bevriende natie, werd vooral aangegeven hoeveel financieel voordeel het land kon krijgen. Dat was het tijdperk van de hand ophouden, dankbaar zijn en de buitenlandse partner laten bepalen waar Suriname heen moet als land.
Met het bezoek van president Chandrikapersad Santokhi aan Guyana
voor de inauguratie van zijn ambtgenoot Irfaan Ali lijkt de focus
anders te zijn gelegd. Beide staatshoofden hebben vooral gesproken
over de zaken die de buurlanden bindt en hoe die ingezet zouden
kunnen worden tot wederzijds voordeel en groei.
Beide landen hebben dezelfde problemen en dezelfde positieve
outlook wanneer het op de olie- en gasvoorraden aankomt. Ze hebben
beide deze natuurlijke hulpbronnen in onmetelijke hoeveelheden.
Maar Suriname en Guyana hebben ook beide een woelige periode achter
de rug en zouden zo snel mogelijk die historie achter zich willen
laten en vooruit willen kijken. Met die motivatie kan wederzijds
veel bereikt worden.
Het Surinaams bedrijfsleven ziet nu al kansen in Guyana en is
actief bezig daar voet aan de grond te krijgen. Belangrijk is om
ervoor te zorgen dat grensdistrict Nickerie ook begint te kijken
welk voordeel gehaald kan worden uit een stevige samenwerking
tussen beide landen. Wat zijn de diensten die Nickerie zou kunnen
aanbieden waar Guyana behoefte aan heeft en vice versa?
Voornemens als de bouw van een brug over de Corantijnrivier en
het aanleggen van een diepzeehaven klinken heel goed, maar die
zullen nog lang op zich laten wachten. Vandaar ook dat het
belangrijk is dat beide landen inderdaad aangeven hoe de
samenwerking er nu al uit moet zien en over tien jaar en verder.
Belangrijk bij zo een planning is de vraag waarop de samenwerking
precies zou focussen en hoe partijen elkaar zouden kunnen
versterken. Het zou een mijlpaal worden als dit een succes wordt,
want in de Caricom waar zowel Suriname als Guyana lid van is zijn
nog maar weinig succesverhalen bekend. Doksenclub timmert al heel
lang aan de weg en niet altijd is succes gegarandeerd in deze
regio.
Het is duidelijk dat Suriname en Guyana gemeenschappelijke
interesses zoeken als modus voor samenwerken. De enorme behoefte
aan samenwerken en samen optrekken zou er ook voor moeten zorgen
dat in goed overleg wordt bekeken wat de beste oplossing zou kunnen
zijn voor het 'betwiste' Tigrigebied. Immers: goede buren gaan de
moeilijke gesprekken niet uit de weg.