Nederland wil geen contact met vicepresident Brunswijk
03/10/2020 09:57
-
Ivan Cairo

Omdat Ronnie Brunswijk (m) in 1999 door de rechtbank van Haarlem bij verstek werd veroordeeld tot acht jaar gevangenisstraf voor cocaïnehandel zal de Nederlandse regering geen contact met hem onderhouden tenzij noodzakelijk.
Foto: CDS
PARAMARIBO -
De Nederlandse regering wil de banden met Suriname weer aanhalen en versterken, maar met vicepresident Ronnie Brunswijk eigenlijk niets te maken hebben. Den Haag wil alleen contacten met de vicepresident onderhouden "als hier een functionele noodzaak voor is", stelt de Nederlandse minister van Buitenlandse Zaken, Stef Blok, in een acht pagina's tellende notitie over de betrekkingen met Suriname die vrijdag naar de Tweede Kamer is gestuurd.
"De positie van vicepresident Brunswijk is een aandachtspunt in
de relatie met de nieuwe regering. Ronnie Brunswijk is in 1999 door
de rechtbank Haarlem bij verstek veroordeeld tot acht jaar
gevangenisstraf voor cocaïnehandel", aldus Blok. De Nederlandse
regering zal geen contact met Brunswijk onderhouden tenzij dat
noodzakelijk is. Ditzelfde standpunt was ook ingenomen door Den
Haag toen Desi Bouterse in 2010 bij democratische verkiezingen als
president van Suriname werd gekozen. Bouterse, die in zijn
hoedanigheid als president diplomatieke onschendbaarheid genoot,
moet nog een straf in Nederland uitzitten. Hij werd in 2000 bij
verstek veroordeeld door het gerechtshof in Den Haag tot elf jaar
gevangenisstraf voor de handel in cocaïne.
Blok voert verder aan dat Nederland waarde hecht aan de
historische, culturele, economische en persoonlijke banden die de
Nederlandse en Surinaamse samenleving met elkaar verbinden. Met de
nieuwe regering in Suriname kan de bilaterale relatie weer zo
ingericht worden dat deze recht doet aan deze banden en waarmee de
belangen van beide landen gediend kunnen worden. President Santokhi
heeft de wens tot nauwere samenwerking met het koninkrijk diverse
malen, ook publiekelijk, uitgesproken, zegt de bewindsman.
Bij de gewenste betrekkingen met Suriname hoort een moderne en
brede samenwerking alsook ruimte voor een open dialoog. Onlangs
hebben Nederland en Suriname de eerste stappen hiertoe gezet:
minister-president Rutte had op 14 juli een telefonisch onderhoud
met president-elect Santokhi. Blok had op 17 juli een telefonische
kennismaking met Albert Ramdin, de minister van Buitenlandse Zaken,
International Business en Internationale Samenwerking en zij
ontmoetten elkaar in augustus in Nederland. Minister Sigrid Kaag
van Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking had toen ook
een onderhoud met Ramdin.
In navolging van de gesprekken zal een interdepartementale
hoogambtelijke missie onder leiding van Buitenlandse Zaken later
dit jaar, en onder voorbehoud van ontwikkelingen op het vlak van
Covid-19, in nauwe samenspraak met Suriname de terreinen van
samenwerking nader uitwerken in Paramaribo. Afgesproken is alvast
dat nog vóór de onafhankelijkheidsviering van Suriname op 25
november beide landen weer ambassadeurs zullen aanstellen als hun
diplomatieke vertegenwoordigers. De gemeenschappelijke taal, het
gedeelde cultureel erfgoed, de uitgebreide sociale netwerken die
beide landen met elkaar verbinden en de wederzijdse belangen
vormen, aldus Blok, bepalende uitgangspunten voor het beleid ten
aanzien van Suriname.
De economische bedrijvigheid tussen de landen, de bevordering
van de rechtsstaat en veiligheid, cultuur en erfgoed,
gezondheidszorg en milieu, water en klimaat zijn belangrijke
gebieden van samenwerking waar de Nederlandse regering graag op zou
willen inzetten. De samenwerking met de Surinaamse overheid zal
niet beperkt zijn tot de bilaterale sfeer, benadrukt de
bewindsman.
Gerelateerde artikelen