Naga’s augurken duurzaamste landbouwbedrijf 2020 van Suriname
16/10/2020 21:31
-
Arjen Stikvoort

Winnaar Ashokkoemar Narain van Naga's augurken in Wanica (m) wordt geflankeerd door Ashwien Gopal (r) en Sarwani
Ramdhani, beiden uit Saramacca.
Foto: d'Ons
PARAMARIBO -
Het Midden- en Kleinbedrijf Naga’s augurken van Ashokkoemar Narain in district Wanica kreeg donderdag op de pier van Torarica de award 'Meest Duurzame Landbouwer van Suriname 2020' van de stichting Duurzame Ontwikkeling Nederland-Suriname (d'ONS). De winnaar kreeg duizend euro. De tweede prijs (vijfhonderd euro) ging naar Ashwin Gopal, landbouwer in tomaten, antroewa en peper en de derde prijs (250
euro) naar bananenteler Sarwan Ramdhani, beiden uit Saramacca.
De winnaars zullen het prijzengeld in hun bedrijven investeren.
Ze gaan scholen uitnodigen om jeugdigen te interesseren voor het
landbouwvak en te leren waar Surinaamse groente en fruit vandaan
komen. "Ik ben er heel erg blij mee. Ik zie het als een diploma.
Misschien kan ik in de toekomst ook exporteren naar Nederland", zei
Narain. Het bedrijf dat hij van zijn grootvader heeft overgenomen,
produceert al ruim 34 jaar augurken, zuurkool, amsoi en
kouseband.
Duurzaamheid ziet de landbouwer als goed omgaan met de grond en
gewassen. "Mijn percelen met gewassen zijn verspreid over een
lengte van een kilometer. Ik hanteer het 'first in first
out'-principe. Als ik geoogst heb, verbrand ik alle afval en ga ik
naar het volgende perceel. Hierdoor heb je heel weinig last van
oude planten." Bovendien zorgt een gezonde uitgebalanceerde bodem
voor weinig ziektes en oude gewassen. Daarnaast gebruikt hij schoon
water, en gaat zorgvuldig om met biologische
bestrijdingsmiddelen.
Vijf jaar geleden werd de award voor het eerst uitgereikt. Dit
jaar waren zes landbouwbedrijven genomineerd die door Covid-19
minimaal 30 tot 50 procent aan omzet hebben verloren, maar toch
zijn blijven bestaan. Verder moesten ze leveren aan de markt of aan
de handel, moest het bedrijf tussen de één en twintig hectares
groot zijn, moesten er ambitie en doelen zijn om agrarisch en
agroindustrieel te ondernemen en het bedrijf moest beschikken over
een duidelijke boekhouding. Ook werd er gelet op het gebruik van
biologische middelen, kunstmest, de watervoorziening en de
verwijdering van onkruid.
René van Essen, voorzitter van de adviesraad die sinds 2005 aan
de stichting is verbonden, is blij met de uitwisseling van kennis
op landbouwgebied tussen de beide landen. "Nederland is nummer één
in de wereld als het om landbouw gaat. Daar moeten we goed gebruik
van maken." Er is in Suriname een kentering in duurzaam produceren
zegt Van Essen. "De laatste vijf jaar spuit men niet meer los en
vast 'verboden' bestrijdingsmiddelen die de gezondheid kunnen
schaden."
Voorzitter Rob Baan steekt de Surinaamse landbouwers in deze
moeilijke tijden een hart onder de riem. "We vonden het toch
belangrijk om deze award ondanks Covid-19 uit te reiken als extra
stimulans. We gaan de samenwerking intensiveren, door het
Nederlandse bedrijfsleven en ministeries te benaderen en beurzen
beschikbaar te stellen." Hij kondigde ook aan dat Surinaamse
studenten naar Nederland gehaald zullen worden om kennis te maken
met onder meer kassenteelt, biologisch bestrijden en alle andere
processen die bij het landbouwbedrijf komen kijken. Ook moet
gekeken worden hoe de export naar het Caribisch Gebied verbeterd
kan worden.