'Ik weet zeker dat ik niet op de beelden ben'
21/10/2020 03:30
-
Van onze redactie

PARAMARIBO -
Martin O. heeft dinsdag meerdere malen benadrukt dat hij niets weet van de diefstal waarvan hij wordt beschuldigd. Toch is het verzoek van zijn advocaat Georgette Leter om hem in voorlopige vrijheid te stellen afgewezen door rechter Duncan Nanhoe. Officier van justitie Rita Sitaram heeft kort daarvoor ook geprotesteerd tegen opschorting van de hechtenis.
Martin O. zit sinds 13 juni vast, omdat hij volgens
medeverdachte Othieno B. in een bedrijf heeft ingebroken en een
kluis met geld heeft weggenomen. Beide verdachten zijn dinsdag als
getuige tegen elkaar gehoord. Othieno B. was werkzaam bij het
bedrijf en heeft verklaard dat hij bewust de achterdeur van het
gebouw niet op slot heeft gedaan waardoor Martin O. vrij
gemakkelijk naar binnen kon.
Echter, de kompaan weerspreekt de beschuldigingen. Hij heeft ook
geweigerd de camerabeelden te bekijken bij de politie. "Ik weet
zeker dat ik niet op die beelden ben", reageerde hij toen de
rechter hem vroeg waarom hij de beelden niet wilde bezichtigen.
Naast de medeverdachte heeft zijn ex-vriendin hem wel positief
herkend. Martin O: "De politie heeft alle drie adressen waar ik
verblijf onderzoek gepleegd en ze hebben niets gevonden. Ik weet
niets van de zaak."
Leter wees op de tegenstrijdige verklaringen die Othieno B.
heeft afgelegd bij de politie. In eerste instantie heeft deze
verdachte verklaard dat hij geen geld heeft ontvangen voor zijn
aandeel. Daarna kwam hij erop terug en verklaarde dat hij
tweehonderd US dollar heeft gehad van Martin O. "Ik ben niet zo
honderd maar ik heb wel de waarheid verteld", verklaarde Othieno B.
die traag van begrip is. Leter: "We hebben ernstige twijfels aan de
verklaringen die deze verdachte heeft afgelegd. We kunnen er geen
touw aan vastknopen."
Martin O. beweert dat hij door zijn medeverdachte wordt bezwaard
omdat de twee een oude vete hebben. Hij zou door Othieno B. zijn
benaderd voor een relatie maar hij weigerde. De twee hebben volgens
Martin O. maandenlang geen contact gehad. Echter, het onderzoek
wijst uit dat de verdachten de avond vóór de inbraak elkaar
telefonisch hebben gesproken. De zaak is voor verdere behandeling
uitgesteld naar 3 november.
Gerelateerde artikelen