'We hebben altijd gehoopt en gewacht op de zeven vette jaren'
27/10/2020 18:00
-
Aidy Pinas-Agodeba

De Gompertstraat is één van de bekendste straten waar lokale winkeliers zijn verdreven door hun Chinese collega's. De winkeliersvereniging vecht daarom voor behoud van Surinamers in de branche.
Foto: Irvin Ngariman
PARAMARIBO -
Op haast elke hoek van de straat staat er een winkel. Dit is in het voordeel van de consument die geen lange afstanden hoeft af te leggen voor boodschappen. Echter, voor de winkeliers is het knokken, omdat de concurrentie bijna moordend is. Die concurrentie komt vooral omdat buitenlanders die er een winkel willen opzetten met open armen worden ontvangen.
De voorzitter van de Vereniging van Surinaamse Winkeliers,
Raymond Hasnoe, vecht voor de Surinaamse winkeliers en het
Surinaamse product. Hij is al zeker veertig jaar bezig met het
behartigen van belangen van winkeliers en kent de sector als geen
ander. Hij zette zich eerst vooral in voor de
levensmiddelenbranche, maar sinds begin 2000 is de doelgroep groter
geworden. Ze is nu ook de spreekbuis voor onder meer de
elektronica- en bouwmaterialenbranche. Hij was tot begin dit jaar
ook voorzitter van de sectie detailhandel bij de Kamer van
Koophandel en Fabrieken. In deze groep zitten zo'n zevenduizend
winkeliers.
De vereniging pleit voor noodzakelijk gebleken verandering en
wil hieraan bijdragen. Echter, al tientallen jaren wordt met
regeringen gesproken, maar de zaken lijken niet serieus te worden
genomen. Het ministerie van Economische Zaken, Ondernemerschap en
Technologische Innovatie, hoeft niet alles in één keer aan te
pakken. Er moet wel veel veranderen en dat kan door onder meer te
beginnen bij de kleine zaken die toch wel een bijzondere rol
spelen.
Alleen door structurele oplossingen kunnen de zeven vette jaren
waarop de sector wacht aanbreken. Van een afstand bekeken lijkt de
sector te bloeien, maar buitenlanders worden voorgetrokken en dit
leidt tot oneerlijke concurrentie. "Die mannen komen hier met
goedkoop kapitaal, zetten hun onderneming op en concurreren de
kleine man weg die keihard werkt en wiens onderneming doodbloedt
door de concurrentie", stelt Hasnoe. Hij wil dat er een einde komt
aan het aan de lopende band verstrekken van winkelvergunningen.
Regels en wetten worden niet nageleefd en er gebeuren veel
narigheden in het nadeel van de Surinaamse winkeliers.
Hasnoe benadrukt dat het er bij hem alleen gaat om de Surinaamse
ondernemers en het Surinaamse product te beschermen. Hij denkt
terug aan de jaren tachtig toen de winkeliers het al heel moeilijk
hadden. Dat waren de magere jaren. "We hebben altijd gehoopt en
gewacht op de zeven vette jaren." Boven op de bekende problemen
komt dit jaar nog de coronapandemie. Dit is sommige ondernemers
fataal geworden. De koopkracht daalt en mede daardoor wordt het
moeilijker een winkel draaiende te houden. "Men moet ook bedenken
dat de winkelier als zelfstandige ondernemer ook werkgelegenheid
schept", zegt Hasnoe.
Het bevreemdt de voorzitter dat opeenvolgende regeringen de vrij
makkelijke problemen niet hebben kunnen oplossen. Zo'n twintig jaar
geleden waren er ruim vijftienhonderd winkels voor ruim 350.000
inwoners. Momenteel zijn er drieduizend winkels voor ruim
zevenhonderdduizend inwoners. "Het wordt moeilijk om je winkel
draaiende te houden", klaagt Hasnoe. De sector is volgens hem al
verzadigd en buitenlandse investeerders moeten worden gestimuleerd
hun geld te steken in de landbouwsector. Suriname heeft potentie op
dit gebied, maar deze wordt nog niet volledig benut. "Wat mij
betreft mag men duizenden investeerders halen naar Suriname, maar
plaats ze niet in sectoren die al verzadigd zijn, dan kunnen we
bijvoorbeeld de voedselschuur van de regio worden."
Hasnoe onderstreept dat de regering nu regulerend moet optreden.
Hij pleit ook voor een inburgeringsplicht voor buitenlandse
investeerders. Het komt nog vaak voor dat bijvoorbeeld winkeliers
niet goed kunnen communcieren met de klant, omdat ze nauwelijks
Sranan, geen Nederlans of Engels praten of verstaan. Hij suggereert
ook een bestemmingsplan. "Dat soort dingen moeten we hier hebben.
We moeten met wet en regelgeving werken", stelt hij. Hasnoe
benadrukt dat regels niet zomaar worden gemaakt. De mensen die ze
maken of hebben gemaakt, hebben er een bedoeling mee gehad.