COLUMN: Mi na tongo!
12/11/2020 14:00
-
Pokay Tongo

Stuart Rahan
Bijna iedereen had er een mening over. Eerder ongevraagd omdat ik mij niet kan voorstellen dat Abop-DNA-lid Fogatie Aserie (mooie naam trouwens) na zijn beroemde pleidooi op zijn toehoorders afstapte met de vraag: da fa unu ben feni mi Nederlands? Aserie pleitte voor betere en professionelere onderwijsbegeleiding van kinderen in het binnenland. Ik denk eerder dat hij zich afvroeg of en hoe zijn noodkreet was overgekomen. De Nationale Assemblee is namelijk niet de plek waar jouw Nederlandse spreekvaardigheid door een examencommissie van vijftig man wordt beoordeeld.
Reacties van struikelaars over het door Aserie gebezigde
Nederlands zeggen meer over hun persoon dan over de inhoud van zijn
boodschap. Zij die driedubbel in een deuk lagen, daar durf ik van
te zeggen dat zij zich niet veel beter kunnen uiten in het
Nederlands. Want, kan je het beter, dan was jouw focus niet op zijn
taalgebruik maar op de inhoud. De ontwikkeling van kinderen in het
binnenland ligt Aserie nauw aan het hart. De abrupte overgang van
de moedertaal naar het Nederlands (Nederlands is de voertaal in
Suriname) zorgt voor de nodige bruya bij Surinaamse
kinderen in het algemeen. Het gevolg is voortijdige schoolverlaters
of te weinig toekomstperspectieven op een reguliere opleiding die
aansluiten bij hun ambities.
Er werden zelfs persoonlijke wijsheden gedeeld als zouden
politieke partijen het Nederlands als voorwaarde moeten stellen wil
je een politieke carrière ambiëren. Het kan er bij mij niet in dat
je slechts ontwikkeld bent als je het Nederlands beheerst. Voor mij
staat het beheersen van een taal niet gelijk aan het bezitten van
kennis en kunde. Om een simpel voorbeeld te geven. Ik spreek en
schrijf redelijk goed Nederlands maar ik mis de kennis en kunde van
en over geneeskrachtige kruiden. Kruidenspecialisten in het
binnenland hebben geen stethoscoop om hun nek hangen en dragen geen
lange witte jas die de status van hun geleerdheid aangeven.
Kruidenspecialisten hebben geen drs., dr. of prof. als titel voor
hun naam staan terwijl hun betekenis net zo waardevol is voor
genezing van hun medemens.
Collega Euritha Tjan A Way interviewde Sita Patadien. Zij heeft
een mastergraad in de Nederlandse Taal en Cultuur. In het interview
worden opmerkelijke uitspraken en bevindingen gedaan die ik graag
zou willen voorleggen aan degenen die het hardst gelachen hebben om
Fogatie Aserie. "De tot slaafgemaakten mochten de taal niet spreken
en op termijn werd het Sranan hun lingua franca." Slaven
en hun eigenaren spraken elkaar niet in het Nederlands aan. Het
Sranan begon zich te ontwikkelen ten tijde van de slavernij en het
Nederlands was niet de omgangstaal maar een mix van de
verschillende meegenomen talen van geroofde slaven, Engels,
Nederlands, Spaans en Frans. Pas na afschaffing van de slavernij in
1873 (ik spreek nimmer van 1863!) werd in 1876 de leerplicht
ingevoerd waarin kinderen van de één op de andere dag Nederlands in
plaats van Sranan moesten spreken en schrijven in de klas.
A no fu yu beti yu tongo?
Voor Sita Patadien is het belangrijk het Nederlands te beheersen
omdat "als je in het zakenleven succes wil boeken zal het
Nederlands vaak de taal zijn die je zou moeten beheersen". Ik heb
hier al eerder mijn twijfels over uitgesproken omdat welke taal je
ook spreekt, jouw kennis en kunde daar niet van is af te leiden.
Patadien geeft het Sranan wel een kans maar dan als
'hulptaal' op het Natin waar mannelijke docenten (dus vrouwen
spreken geen Sranan?) zich van bedienen. Dan is het
Sranan wel goed maar als volwaardige taal gedurende de
schoolopleiding minderwaardig. Deze gedachte is al lang
achterhaald.
A ben sa moy efu misi Sita Patadien ben broko en
ede tu fu a Sranantongo. Dan a ben sa si dati a fasi fa en e poti a
Sranantongo na ondro, yu no kan meki en. A Sranan de skinskin nanga
a Ptata. Efu yu leki leriman no dukru ini na Sranan, yu no kan
leysi wan strafu gi en tu. "Mi na tongo, mi de na mindri
tifi."
taknangami@live.nl
Gerelateerde artikelen