Somohardjo: 'Nederland is er goedkoop vanaf gekomen'
29/11/2020 12:12
-
Euritha Tjan A Way

Volgens Paul Somohardjo zag Nederland Suriname als last.
Foto: Euritha Tjan A Way
PARAMARIBO -
Suriname is deze week 45 jaar onafhankelijk. En bij een bigiyari hoort een feest. Aangepast, vanwege de Covid-19- dreiging, maar een feest werd het wel. Paul Somohardjo van de Pertjajah Luhur (Javaans voor Vol Vertrouwen) viert nooit feest op 25 november. ‘Het is voor mij een dag van bezinning, want de onafhankelijkheid had anders gekund.’
We schrijven 1974. Met het bekend worden van de
regeringsverklaring is ook duidelijk geworden dat Suriname ultimo
november 1975 onafhankelijk zal worden van Nederland. Voor Paul
'Salam' Somohardjo (lid van de NPK-regering bestaande uit de PNR,
NPS, PSV en KTPI) kwam dat aan als donderslag bij heldere hemel.
"Niemand wist hiervan, ook de top van de NPS niet. Het voornemen
stond ook in geen enkel partijprogramma bij de verkiezingen van
1973", zegt Somohardjo.
De intussen 77-jarige politicus zit in het partijcentrum van de
Pertjajah Luhur. De partij heeft net een gevoelige nederlaag
geleden bij de verkiezingen van 25 mei en is van vijf zetels in
V7-verband teruggevallen naar 2 in een lijstverbintenis met de Abop
van Ronnie Brunswijk. Op het terrein van het partijcentrum staan
een sportclub en een supermarkt, het partijcentrum zelf staat
rechts op het terrein. Bovenaan in de grote ruimte staat een bord
met het opschrift: 'Gotong Royong Abop en PL', vrij vertaald samen
opbouwen Abop en PL. De deur van de kamer van Somohardjo staat daar
rechtsonder; voor de deur een bakje waarin telefoons achtergelaten
moeten worden. Na een verzoek daartoe mag de redactie door mét
telefoon.
Intermenselijke brug
"Ik heb geen goede herinneringen aan de onafhankelijkheid",
stopt Somohardjo zijn misnoegen onder stoelen noch banken. "Ik was
niet tegen onafhankelijkheid, maar wel tegen de manier zoals het er
aan toe is gegaan. Drie maanden voor de onafhankelijkheid hadden we
nog geen grondwet, geen duidelijke grenzen en geen vlag. De
Nederlanders zijn goede bruggenbouwers, maar ze hebben ons nooit
geholpen de intermenselijke brug naar elkaar toe te bouwen. Vandaar
ook dat de Hindostaan in Calcutta, de Javaan in de Kampong, de
creool in Paramaribo en de marron in het binnenland verbleef. Zo
kon Nederland verdelen en heersen", zegt Somohardjo.
Nu 45 jaar na 25 november 1975 doet de politicus uit de doeken
dat zijn weerstand tegen de onafhankelijkheid niets te maken had
met angst van zijn kant dat de creool over de Javaan zou heersen.
"Niets van waar", ontkracht hij de beweringen die in de
geschiedschrijving doorgaan voor waarheid. "Ik wilde niet dat wij
de sociale voorzieningen zouden verliezen die toen golden in
Nederland toen voor Nederlanders. En wij waren Nederlanders. Toen
we onafhankelijk werden in 1975 gold daar een AOV van 1500
Nederlandse gulden bij 65 jaar en in Suriname kreeg je bij 70 jaar
een AOV van 25 gulden. Als je hier geen werk had, verpauperde je.
In Nederland kreeg je stontjie. Ik weet nog dat zodra je in die
tijden op Schiphol aankwam, je kledingtoelage kreeg. En ik ken
mensen die in Nederland toen 10.000 gulden kregen voor hun
inrichting alleen", klinkt het steeds luider met armen die wijds
wat gezegd wordt benadrukken.
Den Uyl
Volgens Somohardjo zag Nederland Suriname als last. "Maar we
waren geen kolonie. We waren geen Indonesië. We waren Nederlands
gebiedsdeel. En Nederland wilde van ons af omdat we te veel
gebruikmaakte van alle sociale voorzieningen daar. Maar het land
heeft ons uitgebuit tijdens de slavernij, daarna tijdens de
contractarbeid - een verkapte slavernij. Die 3,5 miljard
ontwikkelingshulp stelde niets voor. Nederland is er goedkoop van
af gekomen."
Het protest van Somohardjo voerde hij eerst in het parlement van
toen. Hij stapte uit de NPK en richtte een eenmansfractie op. "De
verhoudingen waren 17 voor de oppositie en 22 voor de coalitie. Ik
stapte uit de coalitie, maar liep niet over. Ik vormde een
eenmansfractie en kreeg daarna ondersteuning van Liesdek-Clarke en
Lee Kong Fong, die beide ook tegen de onafhankelijkheid waren."
Samen ging het drietal naar Nederland en stelde samen met de VHP
een motie op om aan de Nederlandse Tweede Kamer te overhandigen.
"Ik kwam nog Joop den Uyl tegen. En ik zei hem nog. De uil is bij
de Javanen de vogel die de dood aankondigt. Ik hoop niet dat u die
rol gaat vervullen. Hij lachte toen, om mij vijf jaar later gelijk
te geven, want toen kreeg Suriname de coup van 1980."
Het verzet van de groep in Nederland leverde geen resultaat op,
want de VHP'er George Hindori besloot akkoord te gaan met de
onafhankelijkheid. "En het is niet dat wij geen onafhankelijkheid
wilden, maar zeker vanwege de impact die de onafhankelijkheid zou
hebben wilden wij een referendum hebben. Het volk moest zich
uitspreken hierover", zegt Somohardjo. Hij meent te weten dat ook
Jagernath Lachmon die toen voorzitter was van de VHP een soort van
grace period wilde. "Zodat mensen op en neer konden reizen tussen
de twee landen."
Naar Nederland
Somohardjo besloot als antwoord op de Toescheidingsovereenkomst
zoveel mogelijk Javanen in de gelegenheid te stellen in Nederland
te zijn in 1975. Die overeenkomst voorzag erin dat wie bij de
onafhankelijkheid in Nederland was, Nederlander bleef en wie in
Suriname was Surinamer werd. Somohardjo stelde via zijn 'Stichting
van plantagearbeiders en hun nakomelingen' de Javanen die het geld
hadden in de gelegenheid door betaling van 550 gulden een ticket te
kopen naar Nederland en voor de minderdraagkrachtigen voor 100
gulden een trip met de boot.
Somohardjo vertelt dat de Javanen uit Indonesië Nederlander zijn
geworden door de Optie van Donker, waarbij Javanen uit Indonesië de
gelegenheid kregen Nederlander te worden om zo de trip terug naar
Indonesië te ontmoedigen. "Dan kan het niet zo zijn dat we
plotseling werden losgelaten", zegt Somohardjo. De bedoeling was
wel om terug te komen. "Dus hier werd niets verkocht."
Er klinkt blijdschap door in zijn stem wanneer hij zegt: "Het
was prachtig om te zien hoe Javanen die gewend waren op hout te
koken, op gas konden koken, dat Javanen die nooit eerder hadden
gebeld konden leren hoe dat te doen. Door onze stap om de Javanen
naar Nederland te brengen hebben veel van hen de gelegenheid gehad
zich verder te ontwikkelen." Somohardjo zelf besloot ondanks
"huilende" medestanders toch terug te keren naar Suriname. "Ik had
beloofd dat zelfs al is er een persoon die achter me stond, ik
terug zou komen", zegt hij.
De PL-voorzitter ziet niet alleen de landsgrenzen die nog steeds
niet helemaal zijn geregeld, als resultaat van een slecht
voorbereide onafhankelijkheid. Ook de coup van 1980 past volgens
hem in het rijtje 'gevolgen'. "Wie zou het durven om als we nog een
Nederlands gebiedsdeel waren een coup te plegen? Als ik zo een
witte militair zag rende ik weg, iedereen. We hadden daar respect
voor. Maar het leger in Suriname was absoluut niet voorbereid op
een coup. Sterker nog, de coupplegers waren door Nederland
getrainde militairen."
Hetze tegen de Javaan
Niet alleen voor 1975, maar ook na die periode is Somohardjo een
constante factor gebleven in de Surinaamse politiek. Het optreden
van de partij die hij voorzit is niet zelden gekarakteriseerd als
onbetrouwbaar en chantabel. "Dat is niet waar, dat is gewoon een
hetze tegen de Javaan. Kijk maar naar 2010. We hadden al
onderhandeld over de posities en we hadden getekend dat ik weer
voorzitter zou worden van het parlement. Ik had mijn speech al
klaar", slaat Somohardjo op zijn hemdzak waarin hij de speech
opgeborgen had in 2010. "Toch werd ik verraden. Niemand praat
erover. Maar dat was een politieke coup. Maar men denkt: ach het
was toch de Javaan", klinkt het gekscherend.
Somohardjo participeert net als de A Combinatie ook in de
regering-Bouterse 1. En dat tot verbazing van velen. "Ik weet het.
Als het iemand is die Bouterse zou moeten haten, ben ik dat. Ik zat
in Devil vast na de 'tegencoup van Rambocus' ik heb negen maanden
in Santo Boma gezeten, mijn broer heeft nog altijd een kogel in
zijn hoofd vanwege een aanslag uit die richting die kennelijk voor
mij bedoeld was in Nederland. In 1983 heb ik uit Suriname moeten
vluchten voor de militairen waarna ik me aansloot bij Raad voor de
Bevrijding van Suriname van Henk Chin A Sen. Maar ik heb geleerd te
bidden en te vergeven." Dat de politicus ook meewerkte aan de
aangepaste Amnestiewet in 2012 is ook voor velen onbegrijpelijk
gebleken. "Ik heb de partij geraadpleegd en samen hebben we gezegd
we werken mee. Als het verkeerd was, dan laat men mij ook amnestie
daarvoor geven."
Zijn loyaliteit aan Bouterse wordt een jaar voor de verkiezingen
in 2014 'beloond' met een bedankbrief van de NDP. Somohardjo kreeg
te horen dat hij en zijn partij onbetrouwbaar bleken te zijn,
"zonder een verklaring daartoe." Volgens de PL-topman wilde de NDP
controle over het ministerie van Binnenlandse Zaken. "Want daardoor
kon de NDP in 2015 26 zetels behalen. Als het ministerie onder PL
viel, dan was er tenminste toezicht", klinkt Somohardjo.
HVB
Alsof dat niet erg genoeg was lopen na de verkiezingen de twee
prominente partijleden Diepakkoemar Chitan en Raymond Sapoen, uit
de PL en richten de HVB op. "Ik vond het duizendmaal erg van
Raymond Sapoen. Hij had alles in huis om de partij over te nemen.
Good looking, kon goed praten, geschoold. De man had talent.
Echter, hij koos ervoor om over te lopen. Hij is verleid", zegt
Somohardjo veelbetekenend.
Nu heeft Somohardjo in lijn met zijn coalitiegenoten, die op
cruciale posten familieleden zetten, zijn zoon Bronto
vooruitgeschoven als minister van Binnenlandse Zaken. "Omdat ik
zijn vader ben, ik heb hem gemaakt, als hij die stap zou maken weg
te gaan, kan ik hem ook breken. Ik heb heel goed gekeken hoe het
altijd de tweede man in de partij is op wie er wordt gemikt. Nu is
het mijn zoon. Hij is capabel - want dat is de eerste vereiste en
ik had een vertrouweling nodig", zegt Somohardjo.
Of die keus heeft gezorgd voor ontevredenheid in de partij? "Dan
heb ik het niet gemerkt." Somohardjo is zich ervan bewust dat de
regering-Santokhi/Brunswijk het zeer moeilijk zal hebben. "Het is
dan niet meer dan billijk dat Nederland ons daarbij helpt. Ze
hebben zoveel van ons land geprofiteerd, ze kunnen nu wat terug
doen voor ons."
Ook voor de diaspora ziet Somohardjo een rol weggelegd en zeker
voor het Javaanse segment. "Ik ben daarom ook voorstander van een
dubbele nationaliteit. Ze moeten dezelfde rechten en plichten
hebben als wij, alleen moeten ze niet kunnen stemmen. En ik hoop
ook dat de diasporamensen die willen komen investeren, niet onheus
behandeld zullen worden. Ze zijn ten slotte deel van ons", zegt
Somohardjo lachend met een wijds uitnodigend gebaar.
Gerelateerde artikelen