'Veel Surinamers debet aan natraject 25 februari'
25/02/2021 10:01
-
Euritha Tjan A Way
_Detailfoto.jpg)
PARAMARIBO -
"Ik vraag veel Surinamers die klagen over 'Desi dit en Desi dat': 'waar was je 25 februari 1980 en wat was je gedrag?'" Aan de telefoon uit Curaçao een helder klinkende Roy Bottse die in de jaren vóór 1980 was benaderd voor een machtsovername naar analogie van die door Desi Bouterse gepleegd is in de nacht van 24 op 25 februari 1980.
Bottse en Bouterse zijn jeugdvrienden geweest en samen
opgegroeid in Suriname. Ze kwamen vóór 1975 terug naar hun land om
te dienen in het Surinaamse leger. Echter, na de coup nam Bottse
een ferm standpunt in: een militaire machtsovername was niet iets
waaraan hij zijn zegen kon geven. "Maar dat gold niet voor veel
Surinamers. Velen die nu klagen zijn debet geweest aan de
euforische stemming die Desi en zijn mannen het gevoel gaven dat
zij God waren in Frankrijk. Duizenden mensen liepen te juichen met
vlaggen en riepen 'revo, revo'. Zovelen meer werden lid van de
Volksmilitie en leverden zo hun bijdrage om de militairen te
steunen", vertelt Bottse over die tijd.
We schrijven 41 jaar terug wanneer Suriname bij het ontwaken via
de radio en mofokoranti te horen krijgt dat de militairen
onder leiding van Bouterse de macht hebben overgenomen. Klinkende
namen in de Surinaamse samenleving onderschrijven dit initiatief en
de militairen worden ondersteund door het volk. Het verhaal is dat
de militairen een vakbond wilden oprichten, maar dat premier Henck
Arron daar geen oor naar had. Om het verzet te stuiten worden Ramon
Abrahams, Laurens Neede en de intussen overleden Badrissein Sital
opgesloten. "Zo zie je dat men niet wist hoe om te gaan met een
leger; militairen zijn kameraden. Als je aan één van hen komt, kom
je aan allemaal", zegt Bottse.
Als de kameraden eenmaal zijn bevrijd en de vlammen van het oude
politiebureau aan de Waterkant, die in de fik is gestoken gaan
doven, gloort aan de horizon een nieuw elan waar Suriname 41 jaar
verder nog de bittere vruchten van proeft, meent Bottse. "Want
zelfs zakenlui die toen Bouterse en zijn mannen steunden en nu nog
steeds de groten in het land zijn, hebben meegewerkt aan een nu
corrupt en totaal chaotisch Suriname", analyseert de
ex-militair.
Hij legt uit dat zowel in Nederland als op Curaçao en Amerika de
Surinamers zeer ingenomen waren met de staatsgreep. "In Suriname
werden deze jongens ook ondersteund door enkele politici die hun
kans schoon zagen om via hun ruggen makkelijk in het machtscentrum
te komen, omdat dat niet makkelijk ging via de normale politieke
weg. Ze hadden gedacht dat de 'heren soldaatjes' met een beetje
tact en overtuiging teruggestuurd zouden kunnen worden naar de
kazerne en dat zij het dan zouden overnemen. En toen dat niet
lukte, ging het verkeerd en dat was dan weer de aanleiding voor de
moorden in 1982", vertelt Bottse die nu advocaat is op Curaçao.
Maar net zoals 1982 het gevolg was van 1980, was volgens deze
jeugdvriend van Bouterse, 1980 het gevolg van 1975 en het gebrek
aan inzicht in de staatsinrichting na de onafhankelijkheid. "Men
wist ook niet hoe men met een leger moest omgaan. De plek van het
leger in het staatsbestel wist men niet. De Memre Boekoe Kazerne
werd behandeld als de Prins Bernhard Kazerne en bleef eigenlijk
iets van Nederland en oud-premier Arron (nu wijlen … red.)
kwam er niet eens. Arron ging af op adviezen van verkeerde mensen
die geen idee hadden hoe met een leger om te gaan. Daarom zeg ik:
de start van de republiek Suriname is de bezwangering geweest van
1980", aldus Bottse.
Gerelateerde artikelen