'Het ministerie moet mensen helpen zichzelf te helpen'
28/02/2021 22:30
-
Aidy Pinas-Agodeba

PARAMARIBO -
Het ministerie van Sociale Zaken en Volkshuisvesting (Sozavo) bestaat 75 jaar. Gezien de taak en doelstellingen van het departement is het niet meer weg te denken uit 's landsbestel. Vooral in deze crisisperiode zijn de rol en uitdaging groter geworden. Theo Masé: "Het ministerie is een vangnet en niet een hangmat."
Het hoofdkantoor van het ministerie van Sociale Zaken en
Volkshuisvesting is gevestigd aan de Waterkant, naast de
Rekenkamer. Van buiten uit ziet het gebouw er zeer armzalig uit.
Bij de stoep houden daklozen zich vaker op, terwijl dagelijks
tientallen personen, eenieder met een eigen verhaal, binnenlopen
voor hulp. Staat het gebouw symbool voor wat het beleid is en is de
uitstraling van het pand even belangrijk als de
dienstverlening?
Paul Somohardjo, voorzitter van de Pertjajah Luhur (PL), die het
ministerie op dit moment in haar portefeuille heeft, erkent de
uitdagingen, die het runnen van Sozavo met zich meebrengen. Sozavo
had van 2000 tot 2010 ook een minister uit het kamp van PL aan het
roer. "Wanneer het volk niet in armoede leeft, is zo een ministerie
niet nodig, dus als minister van Sozavo had ik gehoopt dat het
ministerie overbodig zou worden, maar je ziet dat het nodig is. Het
heeft een grote rol te vervullen, vooral in deze crisistijd", zegt
Somohardjo.
Als minister heeft hij zich vooral ingezet voor onder andere de
minder draagkrachtigen, behoeftigen en personen met een beperking.
"Ik heb mij verder ook ingezet voor thuiszorg. Binnenkort zullen
wij ook het project staatsthuiszorg opstarten. Het plan zal
binnenkort gepresenteerd worden. Thuiszorg is heel belangrijk en
moet opgevoerd worden", vertelt hij. Hij onderstreept dat gelet op
de rol van Sozavo, het ministerie niet gebruikt kan worden voor
propaganda of politiek gewin. Het moet niet het doel zijn om iemand
te helpen met de verwachting dat deze iets teruggeeft.
Bijstand en uitkering
Sociale zaken richt zich op basis van zijn taak en
doelstellingen op verschillende groepen in de samenleving,
waaronder zestigplussers, zwakke huishoudens, personen met een
beperking en kinderen. Maandelijks genieten ruim 64.500 personen
algemene oudedagsvoorziening, terwijl 90.000 kinderen in aanmerking
komen voor kinderbijslag. 10.500 personen met een beperking krijgen
een uitkering en vijfduizend zwakke huishoudens genieten een
uitkering. Voor wat betreft Bazo- en BZV-verzekerden is het bestand
195.000. Verder genieten ruim 5.600 mannen en 5.400 vrouwen
financiële bijstand. Deze cijfers komen uit het Crisis- en
Herstelprogramma van de regering, dat nog in De Nationale Assemblee
in discussie moet worden gebracht.
NDP-parlementariër Soewarto Moestadja, die van 1996 tot 2000 de
scepter heeft gezwaaid op dit ministerie en thans deel uitmaakt van
de parlementaire commissie Sozavo, deelt deze informatie met de
Ware Tijd. Hij was de 25ste minister. Moestadja is er
voorstander van dat het geven van uitkeringen een wettelijke basis
krijgt. Tijdens zijn zittingsperiode heeft hij een wet regelende de
bijstandsuitkering voorbereid, maar deze is niet opgepakt door de
ministers na hem. Hij hoopt dat dit in de naaste toekomst wel
gebeurt, omdat dit volgens hem van essentieel belang is. "De wet is
nodig om structuur in dat ding te brengen, zodat je precies weet
aan wie je een uitkering geeft en waarom", merkt hij op.
Uitspreken over armoedevraagstuk
Het is tijd dat het departement zich gaat uitspreken over het
armoedevraagstuk. De armoedegrens moet dringend bepaald worden.
Moestadja brengt in herinnering dat een paar jaar geleden een
commissie aan het werk was gezet. Het was een goed begin en nu is
het tijd om verder te gaan. Moestadja vertelt dat er bij het
opstellen van het Crisis- en Herstelplan van de regering is
nagedacht hierover. Op basis van gegevens van het Algemeen Bureau
voor de Statistiek is er een armoedegrens bepaald, maar dan alleen
voor de districten Paramaribo en Wanica. De cijfers dateren uit
2019 en moeten dus worden bijgesteld, waarbij de andere acht
districten ook moeten worden meegenomen. De armoedegrens van een
persoon (vijftien jaar en ouder) is plusminus 1.200 Surinaamse
dollar. Voor twee personen met nul kinderen is deze gesteld op ruim
SRD 1.920.
Het bepalen van de armoedegrens moet volgens hem ook als
leidraad dienen bij het geven van uitkeringen of het verstrekken
van voedselpakketten. "Je zou op basis hiervan kunnen controleren
of iemand rechtmatig een pakket of uitkering krijgt." Moestadja
heeft in 1995 ook bijgedragen aan de uitvoering van het
aanpassingsprogramma voor wat betreft het onderdeel sociaal
vangnet. Toen werden voedselpakketten in samenwerking met de
toenmalige ministeries van Handel en Industrie en Regionale
Ontwikkeling verstrekt.
Hij heeft een andere denkwijze en mening over voedselpakketten.
Hij zegt niet dat het niet goed is om voedselpakketten te geven aan
behoeftigen, maar het zou volgens hem veel beter zijn om in de
plaats daarvan een uitkering te geven. "Men kan dan zelf bepalen
wat men koopt. Je hebt geen andere aanwendingsmogelijkheid voor een
pakket. Ik vind ook dat al deze goedbedoelde maatregelen niet voor
een patronagecliënt mogen gelden. Je gaat naar het ministerie en
dat gedraagt zich als patroon." Personen worden zo lang mogelijk in
die relatie gehouden, soms met een politiek doel, waarbij er sprake
is van een voor-wathoort-wat-mentaliteit en dat is niet gezond.
Door een wettelijke basis te creëren kan dit fenomeen worden
aangepakt.
Meer ruimte
Moestadja stelt dat er een stelsel van sociale wetten is
ontwikkeld in Suriname, maar het systeem biedt meer ruimte. "De
drie sociale wetten, Nationale Basiszorg Wet, Wet Minimumloon en
Wet Algemeen Pensioen, zijn een goed begin. Ze zijn gemaakt, maar
zijn in feite nog te beperkt. We zouden een systeem moeten hebben
waarbij mensen die nog geen baan hebben zich inschrijven en dan pas
een beroep op Sozavo moeten doen voor een uitkering. Je moet dan
ook regelmatig kunnen bewijzen dat je solliciteert en beschikbaar
bent voor de arbeidsmarkt en voor scholing. Als het ministerie zou
heten Sociale Zaken en Welzijn dan heb je daarbij meegenomen de
uitkering, vorming, huisvesting en educatie van je doelgroep",
schetst Moestadja zijn visie. Hij meent dat er ook een algemeen
netwerk moet worden opgezet, zodat niet elk ministerie aparte steun
geeft. Nu is het klimaat niet gunstig om aan de slag te gaan
hiermee, maar er moet sowieso een tijdspad worden uitgezet om dit
te realiseren, wanneer het moment zich leent daarvoor.
Huisvesting
Somohardjo vindt dat een van de belangrijke zaken waarop het
departement zich nu moet richten de aanpak van de woningnood in
Suriname is. De nood is volgens hem heel hoog wat dit betreft. Er
zijn verschillende bronnen waaruit geput kan worden om het
vraagstuk aan te pakken. Er is geld beschikbaar of er moet geld
vrijkomen vanuit onder andere de Islamic Development Bank. "Ook van
Chinezen kunnen we wat krijgen, maar ook het bouwfonds van de
Surinaamse Postspaarbank (SPSB) moet aangepakt worden voor
realisatie van de woningbouw." Er is volgens hem veel ruis bij de
SPSB en er moet volgens hem een goede evaluatie bij dat fonds
plaatsvinden, zodat het duidelijk wordt wat de stand van zaken is.
Hij merkt op dat er in de voorbije jaren woningen zijn gebouwd,
waarvan een deel is toegewezen, terwijl er nog onduidelijkheid is
over een ander deel. "Er zijn woningen in Commewijne, aan de
Ringweg, in Para en in Noord waarover er informatie ontbreekt. Men
moet nog precies weten aan wie ze toebehoren. Ik zeg en vind dat
zulke huizen terecht moeten komen bij personen die dat echt nodig
hebben. Maar je ziet het zijn juist de mensen die dringend een
woning zoeken die niet in aanmerking komen", vind de PL-voorzitter.
Hierin moet verandering komen en dat kan met een goed en duidelijk
plan. Somohardjo onderstreept dat een goed onderdak bijdraagt aan
de ontwikkeling van de mens. De waarde van het hebben van goede
huisvesting moet niet onderschat worden.
Ziektekostenverzekering
Dagelijks melden tientallen personen zich aan op het kantoor van
Sozavo aan de Gemenelandsweg om onder andere basiszorgverzekering
aan te vragen. De overheid betaalt de verzekering voor personen die
niet in staat zijn om dit zelf te doen. Theo Mase heeft de leiding
op het kantoor en weet precies hoe de vork in de steel zit. Waar
Sociale Zaken volgens hem steken laat vallen, is bij het
verstrekken van kaarten, zonder een opvoedende taak. "Je hebt ook
een taak om mensen bewust te maken van hun eigen
verantwoordelijkheid. De overheid is niets verplicht. De eerste
verantwoordelijke voor je verzekering ben jij zelf." Hij stelt dat
hierdoor het concept zijn doel mist en de doorbraak uitblijft. Mase
is van mening dat Sozavo samen met andere ministeries zoals Arbeid
en Onderwijs moet gaan werken aan die gewenste verandering.
Sociale Zaken moet volgens hem een ministerie zijn waarop de
samenleving trots is, want het is een vangnet en niet een hangmat.
Het ministerie doet volgens hem heel veel goede dingen, maar niet
structureel. De neiging binnen het ministerie is om steeds brandjes
te blussen. "Terwijl je zou denken dat je ook een beleid zou kunnen
ontwikkelen en uitzetten om de mensen te helpen om zichzelf verder
te helpen. Maar het lijkt alsof wanneer je bij Sozavo beland bent,
je daar blijft totdat je bij Mariusrust belandt", zegt hij
sarcastisch. Het ministerie zou volgens hem een opstapje moeten
bieden aan personen om zichzelf verder te helpen, omdat een grote
groep mensen afhankelijk is van de Staat.
Opknapbeurt ministerie
Alle drie geïnterviewden zijn het er eens mee dat het pand van
het hoofdkantoor een opknapbeurt behoeft. Het pand waar het
ministerie gehuisvest is, staat op de monumentenlijst van Suriname.
Volgens Moestadja zijn er tijdens zijn periode enkele
renovatiewerkzaamheden uitgevoerd, maar nu 21 jaar verder ziet het
pand er vervallen uit. "Ik heb begrepen dat de voorlaatste minister
plannen had om het gebouw aan te pakken, maar die moest plaatsmaken
voor zijn opvolger. Het is geen gezicht."
NDP-minister André Misiekaba, die de voorlaatste bewindvoerder
was op het ministerie, wilde het pand inderdaad renoveren en had
bij DNA geld gevraagd voor de verhuizing, omdat het pand volgens
hem niet veilig was voor de medewerkers. De huidige minister
Uraiqit Ramsaran is volgens Somohardjo niet van plan om nu geld uit
te geven daarvoor. Renovatie betekent verhuizing en verhuizing
betekent geld. De middelen daarvoor wil hij liever stoppen in de
hoogte van uitkeringen. "De minister erkent de behoefte, maar hij
ziet voor nu ervan af."
Somohardjo onderstreept dat niet alleen het ministerie aan
renovatie toe is, maar de woningen die verhuurd worden aan burgers
via het ministerie moeten ook een opknapbeurt krijgen. Omdat het om
huurwoningen gaat moet de overheid ook opdraaien voor renovatie.
Hij pleit daarom voor versterking van de Technische Dienst van het
ministerie, omdat de medewerkers van deze dienst volgens hem goed
kunnen worden ingezet. "Alleen als we naar het gebouw van het
ministerie zelf kijken dan zeg ik begin thuis. Het mag er niet
armzalig uit zien.
Mase kan zich niet terugvinden in het besluit van de huidige
minister, maar hij heeft niets te beslissen. Feit is dat het pand
een opknapbeurt verdient. De renovatie van het gebouw van Sozavo is
opgenomen in de eerste fase van het Paramaribo Urban Rehabilitation
Programme, dat door de IDB gefinancierd wordt. Echter, het is niet
duidelijk wanneer de renovatie van start gaat.
Midden jaren veertig toen in Suriname de behoefte
aan een door de overheid ontwikkeld sociaal-maatschappelijk beleid
toenam, kwam op 16 januari 1946 de formele instelling van het
departement van Sociale en Economische Zaken met een
personeelsbestand van 42 personen. De naam van het ministerie is
door de jaren heen drie keer gewijzigd, voor het laatst in 1980,
waarbij de naam Sociale Zaken en Volkshuisvesting werd gegeven. De
vorige regering had gepland om de naam te wijzigen naar Sociale
Zaken en Welzijn, maar dat vond niet meer plaats. Het ministerie
had aanvankelijk veel meer taken, maar deze zijn door de jaren heen
ondergebracht bij andere departementen. Enkele doelgroepen waarop
Sozavo zich nu richt zijn: personen met een beperking, kinderen,
zwakke huishoudens en seniorenburgers. De voorzieningen van het
departement zijn zowel materieel als immaterieel. Een belangrijke
ontwikkeling in de geschiedenis van Sozavo is de oprichting van
Huize Ashiana, waar tegenwoordig tientallen seniorenburgers worden
opgevangen. De huidige regering werkt nu aan een
staatsthuiszorgproject.