THEO PARA: Van minachting naar volwassen leiderschap
04/12/2017 18:00

CONTRAPUNT -
‘Mek’ den go dok!’ schimpte president Bouterse vanuit Brokopondo. Deneerbuigende afwijzing van zijn landgenoten, die op 25 november op het Onafhankelijkheidsplein voor betere levensomstandigheden demonstreerden, kwam hem duur te staan. Onze gezaghebbende columnisten en journalisten hadden er geen goed woord voor over.
Tekst: Theo Para - beeld: Ben Ong
WAAROM SCHOOT DE president in eigen voet? Wat was er zo moeilijk
aan om presidentieel te zeggen: 'Protesterende kondreman, ik voel
mij ook uw president. Ik zie en hoor u. Hoewel wij van mening
kunnen verschillen, waardeer ik uw maatschappelijke betrokkenheid
en respecteer ik uw opinie en grondrecht op demonstratie. Ik deel
uw zorgen over de situatie in ons land en nodig u uit van gedachten
te wisselen op weg naar een betere toekomst voor allen. Wij zijn
Surinamers, samen moeten wij het doen.' Noch de feitelijke reactie
van de president, noch mijn alternatieve formulering, zegt iets
over de inhoudelijke meningsverschillen. Het verschil in
formulering illustreert wel een andere positionering binnen de
context van menselijke relaties.
Moment van Geerlings-Simons
Hoewel zelf lid van de regeringspartij is, verdedigde zij het
recht van Belfort kritiek te leveren
DE PRESIDENT KIJKT niet alleen neer op buitenparlementaire
critici, ook kritische leden van De Nationale Assemblee moeten
eraan geloven. Edward Belfort, DNA-lid en voormalig minister van
Justitie en Politie, had tijdens de Algemene Beschouwingen
onderbouwd betoogd dat president Bouterse verantwoordelijk was voor
de toegenomen armoede 'Pinabai' en de achteruitgang van
het land. Hij stelde de president van 'man tot man' voor, de eer
aan zichzelf te houden en af te treden.
Belfort had als volksvertegenwoordiger, naar zijn zeggen,
verwoord wat onder veel Surinamers leeft. Desi Bouterse kon,
kennelijk woedend op zijn criticus, het respect voor het DNA-lid en
het parlementaire college niet opbrengen. Midden in de spreekbeurt
van Belfort stond hij pontificaal op en liep weg met zijn
lijfwacht. Bij het weglopen wees hij met de wijsvinger van zijn
rechterhandboven zijn oor naar zijn hoofd, terwijl hij spottend
lachend zijn criticus aankeek.
Over dit gebaar verschillen de interpretaties. Sommigen zijn van
mening dat Bouterse met zijn gebaar suggereerde dat het kritische
DNA-lid gek is. Een forensisch psychiater ziet in het gebaar een
bedreiging, een simulatie van een pistool. Volgens beide
interpretaties brengt het gebaar minachting tot uitdrukking. Maar
vicepresident Ashwin Adhin zette in een volgende
assembleevergadering de wereld op zijn kop. Hij vroeg namens de
regering-Bouterse/Adhin aan De Nationale Assemblee, DNA-lid Belfort
wegens gebrek aan 'respect' voor de president, tot de orde te
roepen.
DNA-voorzitter Jennifer Geerlings-Simons weigerde dat. Hoewel
zelf lid van de regeringspartij is, verdedigde zij het recht van
Belfort kritiek te leveren, ook al voelt het 'onprettig' aan. Wie
het autoritair-democatische spanningsveld in Suriname kent en de
groeiende roep om verandering beseft, weet dat deze weigering van
de DNA-voorzitter te buigen voor de rancuneuze wens van Bouterse,
het moment van Jennifer Geerlings-Simons was.
Minachting voor recht
HET WAS DE journalist Bram Behr die op een persconferentie deze
treffende vraag aan bevelhebber Bouterse voorlegde: 'Kunt u tegen
kritiek?'Behr is er niet meer, hij werd een van de vijftien
slachtoffers van de decembermoorden. Evenals andere critici van de
militaire dictatuur en schendingen van de rechten van de mens, werd
zijn publieke mening hem persoonlijk aangerekend. Voor de regerende
daders was een andere mening dan de hunne, geen aanleiding tot
debat of dialoog, maar een trigger tot minachting van de persoon
van de criticus. Die aanmatiging ging zover dat zij, zoals
auditeur-militair Roy Elgin het formuleerde in zijn strafeis,
meenden over leven en dood te kunnen beschikken. Dat ook bijna 35
jaar na de Decembermoorden die minachting voor recht en
mensenrechten nog steeds wordt gekoesterd door de
verantwoordelijken van de Decembermoorden, de Moiwana-slachting en
andere politiek gemotiveerde misdrijven, is verbijsterend.
Dan heb ik het niet alleen over de onrechtmatige zelfamnestiewet
van 2012, maar ook over het inhuren van de
anti-mensenrechten-ideoloog Sandew Hira, die de rechters in het 8
Decemberstrafproces wegzet al 'politici in toga' en zich aanmatigt
op de stoel van de rechter te kunnen zitten. Dit pad van minachting
voor de Grondwet, voor het strafrecht, voor het mensenrecht op
recht en voor de rechterlijke macht, slachtoffers, nabestaanden en
(onschuldige) verdachten, ligt ten grondslag aan de morele en
politieke stagnatie van de Surinaamse maatschappij. Met minachting
is vruchtbare samenwerking onmogelijk.
Volwassen leiderschap
Partijen zouden bij het kiezen van hun leiders niet alleen naar
de inhoud van de standpunten moeten kijken
HET ONVERMOGEN VERSCHIL van mening en inhoudelijke debat te
kunnen combineren met collegialiteit en wederzijds respect, wijst
soms op een gebrekkige opleiding, soms op onverwerkte ervaringen
van emotionele verwaarlozing of andere vormen van afwijzing en
onveilige hechting in de vroege jeugd. Partijen zouden bij het
kiezen van hun leiders niet alleen naar de inhoud van de
standpunten moeten kijken. Ook de sociaal-emotionele vaardigheden,
van frustratietolerantie tot empathisch vermogen en communicatieve
vaardigheden, zouden in de selectie van leiders, cruciale criteria
moeten zijn. De politiek reguleert de verhoudingen tussen de
tienduizenden.
Volwassen leiders die geen energie hoeven kwijt te raken aan
eigen onopgeloste ego-issues, zijn nodig om de best haalbare
coöperatieve constellatie, nodig voor de sociale en nationale
uitdagingen, te realiseren. Dat zijn leiders die niet slechts in
eigen kring, maar ook over partijgrenzen heen door hun
professionaliteit, fatsoen, integriteit en eruditie bijdragen aan
een publiek discourse dat de natie ethisch en politiek verheft. Het
is helaas de tragiek van sommige landen, dat goed opgeleide en
deugdelijke mensen het in de politieke partijen, als het gaat om de
macht, verliezen van de manipulatieve bullebakken.
Niet weinig speelt de tactiek van minachting en intimidatie
daarbij een rol. Mede daarom vraagt de vooruitgang intellectuele
moed, geen pajongwaaierschap. Een hoge leeftijd garandeert geen
volwassen gedrag. Met de schrijnende economische crisis als
aandrijver zouden niet slechts in enkele partijen, maar in alle, en
zeker de relevante partijen, volwassen leiders moeten worden
gekozen. Leiders die niet gevangen zijn in hun persona, maar die
zich kunnen verplaatsen in gevoelens en perspectieven van alle
burgers, opdat op zakelijke en betrokken wijze oplossingen
met-evidence en draagvlak, kunnen worden ontwikkeld en
geïmplementeerd. Anders blijven we veroordeeld tot 'Pinabai'.