Verleiding en weerstand
02/07/2018 16:00

ACHTERGROND -
Suriname is een drugsdoorvoerland. Maar naast het feit dat honderden kilo’s drugs hun weg naar het buitenland vinden, blijft er genoeg achter om onze samenleving op te schudden. De vraag naar yami bijvoorbeeld stijgt bij lokale gebruikers. En steeds meer kinderen behoren tot die groep. Om deze verontrustende ontwikkeling tegen te gaan, wordt de hulp van leerkrachten ingeroepen.
Tekst & beeld: Zoë Deceuninck
ER HEERST EEN uitgelaten sfeer in het gemeenschapscentrum van
Albufloin Paramaribo. Zeven leerkrachten staan op een rij en
schreeuwen een collega enthousiast toe: "Beetje meer naar links,
links, ja, nee, niet zoveel, beetje terug, ja, daar, zet je voet
neer!" In het zogenaamde 'mijnenspel' moeten de leerkrachten om de
beurt met gesloten ogen het 'mijnenveld' oversteken. Op de grond
staan allemaal gekleurde kaartjes. Elk kaartje staat symbool voor
een andere soort drug; de kaartjes stellen de zogenaamde 'mijnen'
voor. Om veilig aan de overkant te geraken, moet de leerkracht de
instructies van zijn collega's opvolgen. Het spel zorgt voor heel
wat hilariteit. Het is onderdeel van de leerkrachtentraining
'Drugspreventie en vroege signalering', georganiseerd door het
Uitvoerend Bureau van de Nationale Anti-Drugs Raad (UBN). "Net
zoals in het dagelijkse leven, moet je in het mijnenspel ook ervoor
kiezen naar wie je luistert, want er zijn altijd mensen die je met
opzet het verkeerde pad opsturen", vertelt Patrick Bottse, trainee
van Stichting Rumas en begeleider van het mijnenspel. Hij spoort de
leerkrachten aan het spel ook met hun leerlingen uit te voeren.
"Kinderen worden dagelijks verleid door slechte invloeden en zijn
kwetsbaar voor foute praatjes", zegt Bottse.
Zevende hemel
ZO OOK DE 22-jarige Quincy Hornberger, die op 13-jarige leeftijd
met drugs begon. "Overal op straat zag ik oudere mannen roken. Ik
hoorde allerlei verhalen over roken; dat het je naar de zevende
hemel brengt. Ik wou proeven hoe het was, kijken of ze gelijk
hadden. Van de eerste trekjes heb ik zwaar moeten hoesten, maar ik
leerde al snel de kneepjes van het vak", vertelt Hornberger
openhartig. Nog maar net begonnen aan de muloschool, raakte hij al
snel verslaafd aan het 'lekkere gevoel' dat marihuana hem gaf. Het
was voor de 13-jarige Hornberger niet moeilijk om aan een nieuwe
hoeveelheid drugs te komen. "Ik leerde over de verschillende
drugsholtes in de stad, maar meestal hoefde ik niet zover te gaan.
Er waren ook veel verkooppunten in de buurt van mijn school",
vertelt hij. Dat er veel aandacht wordt besteed aan het trainen van
leerkrachten over drugspreventie, is dan ook niet vreemd. "De
leeftijdsgrens waarop kinderen beginnen met experimenten wordt
steeds lager", stelt Sharmila Goerdin-Manbodh, beleidsmedewerker
preventie van het UBN.
Rokende kleuter
Het was nog maar een kleuter
LEERKRACHTEN ZIJN VOLGENS haar een belangrijke schakel in de
keten die probeert om het drugsgebruik onder kinderen te beperken.
"Kinderen zitten van zeven tot één bij de leerkrachten op school.
Leerkrachten hebben een directe link met hun leerlingen en zijn
vaak toegankelijker om te benaderen dan ouders", vertelt
Goerdin-Manbodh over de organisatie van de leerkrachtentraining.
"Daarbij hebben kinderen vaak favoriete leerkrachten met wie ze een
vertrouwensband ontwikkelen en het gebeurt dat ze hun geheimen met
hen delen", zegt Goerdin-Manbodh. Ruth is 46 jaar en medewerker
leerling zorg (MLZ) op een lagere school. Ze wil haar achternaam,
noch de naam van haar school omwille van privacyredenen kwijt. Ze
heeft een keer het vermoeden gehad dat een kind op haar school
begonnen was met het roken van sigaretten. "Het was nog maar een
kleuter. Toen ik de moeder erop aansprak ontkende zij alles, maar
ik had toch zware vermoedens", vertelt Ruth. Als MLZ'er heeft ze
geen eigen klas, maar zij komt wel in contact met alle leerlingen
die thuis of op school sociale en emotionele problemen hebben. "Een
school voorziet in veel meer dan alleen maar lesgeven. Leerkrachten
helpen kinderen vormen en we moeten waakzaam zijn zodat ze op het
juiste pad blijven. Dat is een grote verantwoordelijkheid", getuigt
Ruth, die tevreden terugkijkt op de leerkrachtentraining.
Groeiende honger
"WE HEBBEN EEN waslijst aan signalen meegekregen, waardoor we er
vroeg bij kunnen zijn met onze vermoedens of een kind drugs
gebruikt", vertelt Ruth. Eén van de signalen die ze goed heeft
onthouden is de groeiende honger. Hornberger bevestigt dit. In het
begin van zijn verslaving was hij altijd op zoek naar eten als hij
niet kon roken. "Ook werden mijn ogen rood en smal als ik had
gerookt. Ik had toen niet door dat het één van de symptomen van
verslaving was", vertelt Hornberger. Echter, zijn leerkrachten en
moeder hadden dit wel in de gaten. Ze spraken hem hier meerdere
malen op aan. "Maar ik had voor alles een smoes. Ik was zogenaamd
moe, laat opgestaan of had jeuk aan mijn ogen", zegt Hornberger.
Achteraf ziet hij in dat hij toen al verslaafd was aan marihuana,
maar op dat moment leek het nog allemaal onschuldig. "Eenmaal op de
technische school ging het van kwaad tot erger", zegt Hornberger,
die toegeeft dat de waarschuwingen van zijn omgeving geen indruk
meer op hem maakten. "Want zodra ik in een omgeving kwam waar de
geur van marihuana hing, rolde ik eentje voor mezelf", vertelt
Hornberger, die eraan toevoegt dat hij gelukkig nooit de stap naar
harddrugs heeft gezet.
Gedwongen stoppen
OP ZESTIENJARIGE LEEFTIJDkwam Hornberger in aanraking met
justitie. Hij zat enkele jaren in de gevangenis, waar het ten
strengste verboden is om te roken. Maar clean was hij in die
periode ook weer niet."Wanneer ik stress had, was roken het eerste
wat in me opkwam. Als het spul dan in de buurt was gebruikte ik
wel", vertelt Hornberger eerlijk over zijn tijd in detentie. Hij
geeft aan dat er soms wel wat te vinden was binnen de muren van het
cellenhuis, meestal werd dit door de cipiers naar binnen
gesmokkeld. Drie jaar en negen maanden later stond Hornberger weer
op vrije voeten. Hij nam voor zichzelf het besluit te stoppen met
roken. Dat was in 2016. Twee jaar later is Hornberger nog steeds
clean. Dat heeft hij naar eigen zeggen mede te danken aan Regillio
Hardjopawiro, Gilly voor vrienden. Hardjopawiro is oprichter van
Stichting Jongeren Suriname, die zich inzet voor jeugddelinquenten.
"Ik leerde Gilly kennen tijdens een training in het cellenhuis. Na
mijn straf ben ik samen met andere jongens en onder leiding van
onder anderen Gilly naar Bosbivak gegaan", vertelt Hornberger. Na
intense eerste maanden van resocialisatie zijn Hornberger en Gilly
onafscheidelijk geworden. "Hij was toen mijn voorbeeld en is nu nog
steeds mijn rolmodel", zegt Hornberger.
Populaire drugssoorten

HET UBN IS het uitvoerend orgaan van de Nationale Anti-Drugsraad
(NAR), die door de regering, met tussenkomst van het ministerie van
Volksgezondheid, in het leven is geroepen om de drugsproblematiek
in ons land aan te pakken. Daar is dringend behoefte aan, blijkt
uit de drugsvangsten van de laatste periode. In de eerste drie
maanden van 2018 werd 525,88 kilogram cocaïne in beslag genomen.
Dat is minder dan de 1.067,14 kilogram in dezelfde periode van
vorig jaar, maar dit is geen reden om te juichen. De stijgende
vraag bij drugssmokkelaars én gebruikers naar yami- voornamelijk
uit Jamaica - en hasj is zorgwekkend, omdat dit vaak voor lokaal
gebruik bestemd is. De drempel voor het gebruik van yami ligt lager
dan bijvoorbeeld bij de harddrug cocaïne, waardoor kinderen en
jongeren een kwetsbare doelgroep vormen voor lokale drugsdealers.
De NAR waarschuwt voor het gebruik van zogenaamde partydrugs als
'sukru', een drug die lijkt op bruine suiker. Sukru wordt ook wel
'bruine MDMA' genoemd en wordt vaak ongemerkt in vloeibare
substanties - voornamelijk alcohol - opgelost. Deze gevaarlijke,
relatief nieuwe drugssoort heeft invloed op de hersenen. Het Korps
Politie Suriname waarschuwt op zijn website voor de vreselijke
gevolgen bij regelmatig gebruik van sukru. 'De drug kan leiden tot
hallucinaties, zwarte gaten in het geheugen, paranoia en
agressiviteit. Daarnaast heeft deze drug ook invloed op de eetlust.
Men gaat slecht eten en zwaar vermageren.'
Nee'
GEZIEN DE TOENEMENDE vormen van drugssoorten, -gebruik en
-criminaliteit onder kinderen zal de NAR extra aandacht aan deze
groep besteden. "Het is de meeste kinderen die beginnen met drugs
onvoldoende aangeleerd om weerstand te bieden tegen de uitdagingen
van het leven", zegt Glenn Uiterloo, tot 2010 ondervoorzitter en
sinds januari 2018 voorzitter van de NAR. Hij stelt dat drugs dezer
dagen overal aanwezig zijn, maar dat er altijd een uitlokkende
factor of trigger is die ervoor zorgt dat kinderen er effectief mee
in aanraking komen. "Als ze niet sterk in hun schoenen staan om nee
te zeggen, ontstaat het gevaar dat ze bezwijken onder groepsdruk.
Als ze eenmaal drugs gebruiken, heb je de slag al bijna verloren",
stelt Uiterloo. Hij wil zich daarom inzetten voor het vergroten van
de weerbaarheid van onze kinderen en jongeren middels onder andere
voorlichtingscampagnes, lesbrieven en trainingen.
Voorlichting als oplossing
Bijna 5 procent gaf aan één of meerdere keren in hun leven
marihuana te hebben gerookt
HORNBERGER GEEFT AAN dat de voorlichtingscampagnes,
georganiseerd door verschillende instanties en verenigingen in ons
land, wel degelijk een zeker nut hebben. Hij spoort verslaafde
jongeren aan om deze te volgen. "Doordat ik in detentie was, heb ik
verplicht verschillende trainingen moeten volgen. Misschien dat ik
anders niet was gestopt met roken. Toen ik op vrije voeten kwam,
ben ik vrijwillig de voorlichting gaan opzoeken, want het helpt
echt", vertelt Hornberger. Dat hij niet de enige jongere is die
verleid werd door drugs, blijkt uit cijfers van de 'Global
School-based Student Health Survey' (GSHS). In 2016 werden 2. 126
leerlingen tussen dertien en zeventien jaar ondervraagd over onder
andere hun drugsgebruik via een anonieme digitale vragenlijst.
Bijna 5 procent gaf aan één of meerdere keren in hun leven
marihuana te hebben gerookt. Binnen dit percentage rookte 67.6
procent marihuana voorzijn veertiende levensjaar. Veertien procent
gaf aan minstens één sigaret te hebben gerookt in de laatste dertig
dagen voor het invullen van de vragenlijst. Voor het gebruik van
alcohol lag dat percentage op 40 procent. Dit zijn slechts enkele
gegevens uit het onderzoek, maar ze roepen toch op tot actie.
Wereld Anti-drugsdag
ZESENTWINTIG JUNI IS het de 'Internationale Dag tegen
Drugsmisbruik en Illegale handel'oftewelWereld Anti-drugsdag'. Op
deze dag, in het leven geroepen door de Verenigde Naties, staan
burgers wereldwijd stil bij de schade toegebracht door productie,
handel of gebruik van drugs en de drugscriminaliteit. Thema van dit
jaar is 'Listen First'. De hele maand juni ontplooit de UBN
activiteiten in verband met deze dag, die overigens niet alleen
voor leerkrachten gelden.-. Op 23 juni bent u van 09.00-12.00 uur
terecht bij het Psychiatrisch Centrum Suriname op de Polikliniek
Verslavingszorg, waar een open dag voor ouders en andere
geïnteresseerden wordt georganiseerd.
Op25 juni om 13.00uurwordt de sportposter overhandigd aan
DNA-voorzitter Jennifer Geerlings-Simons. Op Wereld
Anti-drugsdagwordt een leerkrachtentraining in Latourgeorganiseerd
door het UBN in samenwerking met Stichting Buurtwerk Latour
(Stibula) en haar stakeholders en wordt er een 'Prodo- Waka' in
Latour gehouden.◊
Dit artikel is verschenen in de weekendbijlage van 23
juni