THEO PARA: Teloorgang bauxietindustrie en integriteitscrisis
06/08/2018 16:00

CONTRAPUNT -
Vicepresident AshwinAdhin heeft in De Nationale Assemblee getracht de aandacht af te leiden van het historische feit dat onder de regering-Bouterse de bauxietindustrie in Suriname ten grave wordt gedragen.
Tekst: Theo Para
DE ENORME ECONOMISCHE en sociale schade van die industriële
ondergang, in termen van verlies aan nationaal inkomen, koopkracht
en verlies aan werkgelegenheid, overschaduwt ruim de door Adhin
preelectoraal geëtaleerde beloftes over meerinkomsten door de
omstredenbegrafenisdeal met Alcoa. De vicepresident die de
president-van-hetabsenteïsme in De Nationale Assemblee (DNA) moest
ver- vangen, richtte zijn pijlen op de regering-Venetiaan. Die
regering zou in 2008 hebben geweigerd concessies te verlenen aan
BHP Billiton om te mijnen in het Bakhuys- gebied, waardoor die
multinational uit Suriname zou zijn vertrokken. Vanuit de
rechtsstatelijke gedachte van bestuurlijke continuïteit is het
ongebruikelijk dat een regering de aanval op een vorige regering
opent, gezien de continuïteit van politieke verantwoordelijkheid.
Dat toch doen verraadt meer dan de esprit van integer openbaar
bestuur, die van vulgaire partijpolitiek in bestuurlijk gewaad.
Maar Adhin had pech!
In DNA diende Gregory Rusland, fractievoorzitter van de NPS, de
toenmalige minister van Natuurlijke Hulpbronnen tijdens de
regering-Venetiaan, hem met kennis van zaken van repliek. Rusland
vertelde dat er geen sprake was van weigering om concessies te
verstrekken, maar het in onderhandelingen met de multinational
bedingen van redelijke voorwaarden voor de republiek Suriname. Niet
Suriname, maar BHP Billiton liep weg van de onderhandelingstafel
omdat zij een zero-sum deal ten koste van Suriname wilde
realiseren. Dat de vicepresident van Bouterse, tegen de feiten in
(een bestuurlijke doodzonde in het parlement), in zijn zucht de
politieke tegenstander in een kwaad daglicht te stellen, de kant
van het buitenlands grootkapitaal koos, spreekt boekdelen over het
antinationale karakter van deze regering.
Achterkamerpolitiek
DE ONDERHANDELINGEN MET Alcoa hebben onder een voor Suriname
beroerd gesternte plaatsgevonden. Het land is verstrikt in een
ernstige bestuurlijke integriteitscrisis. Een regering zonder
moreel gezag, dat internationaal slechts bij autoritaire en/of
corrupte regeringen op bezoek kan, is de slechtst denkbare
omstandigheid voor het verdedigen en behartigen van de nationale
belangen. De president heeft een drugsveroordeling op zak. Boven
zijn hoofd hangt een gevangenisstraf van 20 jaar onvoorwaardelijke
gevangenisstraf voor meervoudige moord. De onschuldige en
ongewapende slachtoffers van de antinationale en antidemocratische
slachting van 8 december 1982, waren voormannen van de Surinaamse
democratie, advocaten, journalisten, vakbondsleiders,
wetenschappers, ondernemers en militairen. Tot nu toe belastert de
presidenthoofdverdachte via zijn ideologisch verwante advocaat
Irvin Kanhai, die hij een flinke concessie schonk, de slachtoffers
met de valse beschuldiging dat zij een 'staatsgreep' zouden willen
plegen.
Beschadigd
HIJ TAST DAARMEE niet alleen de eer en goede naam van de
slachtoffers aan, hij beschadigt ook moreel en sociaal hun
nabestaanden. Want het is zwaar intimiderend dat de president
zonder enig bewijs critici belastert, critici die bovendien onder
de vlag van die laster, zonder vorm van proces werden dood-
geschoten. Van een nabestaande hoorde ik dat die toestand van
intimidatie en angst veel klanten bij hem weghield, mensen durfden
het contact met hem uit angst niet aan. Hij leed daardoor al die
jaren enorme financiële schade. Wat was er te verwachten van de
president van 'op de vlucht neergeschoten' inzake de
onderhandelingen met de multinational Alcoa? Slechts naïevelingen
verwachten van zo iemand bestuurlijke transparantie, rekenschap en
bevorderen van nationaal draagvlak.Waardig presidentschap is een
illusie zonder een integere president.
Wie verantwoordelijk is voor het uit machtswellust, onder de
vlag van de leugen, martelen en vermoorden van landgenoten, staat
ver van nationale en algemene belangen: eigen belang is dan troef.
Niet integriteit en professionaliteit, maar omkoopbaarheid en
ritselvermogen, worden de selectiecriteria van zo'n president. Wat
in een fatsoenlijke bestuurscultuur een groot schandaal zou zijn
werd in de moreel mislukte Staat, een niet of fluisterend betwiste
gebeurtenis: als leidervan de 'presidentiële'
onderhandelingscommissie benoemde de president-met-strafblad een
partijgenoot-groot- kapitalistmet- strafblad! Dat deze president en
zijn hoofdonderhandelaar de DNA-afwijzing van de Memorandum of
Understanding met Alcoa, aan hun laars lapten en openlijk kozen
voor achterkamertjespolitiek - confidentiality volgens de president
- staat haaks op de constitutie.
Briefwisseling
DE BEHOEFTE VAN de regering-Bouterse, geuit via de
vice-president, om de neergang en teloorgang van de
bauxietindustrie in de schoenen van de regering-Venetiaan te
schuiven, roept - met dank aan de ironie - de vraag op wat het
aandeel is van de integriteitscrisis en het ondeugdelijkebestuur
onder president Bouterse in relatie tot de teloorgang van de
bauxietindustrie. De partijdige paarse DNA-voorzitter was snel de
Suralco 'wanprestatie' te verwijten. Waarom in de case van 2008 de
bauxietmultinational (BHP Billiton) niet de paarse wind van voren
kreeg, maar de regering van de republiek, en nu de zondebok formule
180 graden wordt gekeerd, laat zich raden. Hoe heeft Bouterse I
getracht de teloorgang van de bauxietindustrie te voorkomen? Een
betrouwbare bron, dichtbij het vuur, vertrouwde mij toe dat er
sprake is geweest van contraproductief en nalatig beleid van
Bouterse I in relatie tot afspraken met de Alcoa om de
bauxietindustrie in Suriname te redden.
De regering zou zelfs niet op brieven hebben geantwoord. Door
dit bestuurlijke gedrag zou de juridische positie van de staat
Suriname in relatie tot Alcoa zijn verzwakt, wat mede de dominantie
van Alcoa in vormgeving en uitkomst van de onderhandelingen heeft
bevorderd. Om De Nationale Assemblee en het Surinaamse
volkdaadwerkelijk te informeren over de teloorgang van de
bauxietindustrie onder president Bouterse, zou naast andere
informatie, de volledige briefwisseling tussen Alcoa/Suralco en de
regeringen- Bouterse I en II, met de volksvertegenwoordiging moeten
worden gedeeld. Zeker met het oog op geïnformeerd kunnen stemmen
straks, mag het debat zich niet beperken tot de begrafenisdeal van
de bauxietindustrie. Het moet zich ook richten op de bestuurlijke
verantwoordelijkheidinzake de teloorgang van de bauxietindustrie in
Suriname. Aandacht voor het teboven komen van de bestuurlijke
integriteitscrisis is daarbij onmisbaar.
Gerelateerde artikelen