SKORO TORI: Zesdeklas toets
06/09/2018 16:00

In deze rubriek gaat onderwijsspecialist Winston de Randamie in op actuele zaken aangaande het Surinaams onderwijs en het schoolgaande kind. Daarbij levert hij niet alleen kritiek maar draagt ook oplossingen aan.
Tekst: Winston de Randamie
Foto / dWT archief
DE ELFJARIGE GIAN Grauwde van OS Devisbuiten slaakt een zucht
van verlichting wanneer hij het positieve resultaat, geslaagd voor
het mulo, krijgt. Het moment is voor hem en zijn familie
aangebroken om van een welverdiende vakantie te gaan genieten. Het
ministerie van Onderwijs, Wetenschap en Cultuur heeft de resultaten
van de landelijke toets voor zesdeklassers van de basisschool (glo)
op 15 augustus bekendgemaakt. Van de 10.805 kandidaten zijn 5.690
(52,66 procent) direct geslaagd voor het mulo. Dit is duidelijk
lager dan het resultaat (56,63 procent) van vorig schooljaar. Op de
Visnudathschool te Kwatta is 71,1 procent van de 88 kandidaten voor
het mulo geslaagd. Directeur Haidy Lindveld is tevreden met het
behaalde resultaat. Van de overige bijzondere scholen heeft de De
Vrije School negen Go GLOers - studenten die hele hoge scores
hebben behaald - en van de 63 kandidaten zijn vier afgewezen.
Schooldirecteur Ellen Gaddum van de Petrus Donderschool vindt dat
rekenen nog steeds een groot probleem voor de leerlingen vormt.
Toch is de leiding van de school met 80 procent geslaagden heel
tevreden met het behaalde resultaat. De school had vorig jaar meer
geslaagden. Gaddum zegt dat de leerlingen zelf aangeven hoe
moeilijk rekenen is. In het westelijk district Nickerie zijn de
leerkrachten Nannekhan, Morsen en Moenilal heel trots op het
resultaat van de leerlingen van hun school. OS 1 Nw. Nickerie heeft
dit jaar zes Go Glo-ers en de leerling Simran Ragho heeft met zes
tienen en een negen de beste score van geheel Suriname behaald.
Simran geeft aan dat naast haar persoonlijke inzet ook de
ondersteuning van de leerkracht en haar ouders tot dit resultaat
bijgedragen heeft. Ondanks al de dyugu dyugu hadden sommige ouders
toch een beter landelijk resultaat verwacht. Ze vinden dat zich dit
jaar minder erupties binnen het onderwijs hebben voorgedaan.
Waarom een toets
MET DE LANDELIJKE glo-toets sluiten leerlingen in Suriname elk
jaar officieel de basisschooltijd af. In wezen zijn toetsen of
examens ontworpen om zo objectief mogelijk metingen weer te geven.
Ze beoordelen leerlingen op basis van een reeks van vergelijkbare
vragen, die onder bijna identieke omstandigheden gegeven worden en
door een speciaal team beoordeeld worden. Toetsen zijn bedoeld om
een nauwkeurige, ongefilterde meting te doen om erachter te komen
wat een leerling op dat moment weet. Sommige onderwijsgevenden zijn
van mening dat de cijfers van de leerkracht voldoende moeten zijn.
Maar de realiteit leert ons dat de manier van beoordelen van
leerkracht tot leerkracht op verschillende scholen, en zelf op
dezelfde school enorm kan verschillen. Als het beoordelen van
leerlingen enkel aan de leerkracht of de eigen school wordt
overgelaten, bestaat de kans dat deze, onbedoeld en onbewust,
subjectief is en het pygmalion-effect optreedt (zie kader). Dit kan
betrekking hebben op het niet presteren en het gedrag in de klas,
participatie, bevorderen van 'kansrijke' leerlingen ten opzichte
van 'kansarme' leerlingen of aanwezigheid. Maar wanneer leerlingen
een gestandaardiseerde toets afleggen, ontstaat er een duidelijker
beeld van hun bereikte competenties. Met standaardisatie kan een
grote hoeveelheid leerlingen echter tegen geringe kosten
geëvalueerd worden en kunnen er in combinatie met een goed
risicogericht toezicht minder inspecteurs nodig zijn om de
kwaliteit van scholen te evalueren. Het is een instrument waarmee
cognitieve kennis en inzicht worden getoetst. Een
gestandaardiseerde toets is niet bedoeld om het werk van de
leerkracht te vervangen. Het geeft wel een objectieve beoordeling
van de prestaties van leerlingen weer. Een gestandaardiseerde toets
wordt ook gebruikt voor vergelijking en verantwoording. De
objectiviteit van een gestandaardiseerde toets levert
vergelijkbaarheid van prestaties bij leerlingen op. Iets waar
vooral ouders elk jaar naar uitkijken. De meeste ouders willen
weten of hun kind aan de criteria van het Minowc voldoet, of hoe ze
in verhouding tot vergelijkbare leeftijdgenoten staan. Recente
onderzoeken tonen aan wat het grote belang is van een neutrale,
objectieve toets bij het tegengaan van ongelijke kansen.
Nadelen
DE CENTRALE ROL van de overheid is vanaf 1976 met de komst van
het Examenbureau steeds groter geworden bij de aanpak, het ontwerp
en de uitvoering van de landelijke toets. Daarvoor waren er al
onderwijsgevenden die met multiple choice toetsen bij repetities en
examens werkten. Dit gebeurde in kleine besloten klassensituaties,
maar ook in landelijk verband (Examenbureau). Leerkrachten klagen
dat ze graag méér aan de ontwikkeling van leerlingen zouden wíllen
doen, maar dat het uiteindelijk toch erop aankomt ervoor te zorgen
dat hun leerlingen optimaal voorbereid zijn op de toets. Dit levert
bij deze leerkrachten een spagaat op tussen wat ze graag zouden
willen doen en waartoe ze, in hun ogen, worden gedwongen. Dat het
behalen van een hoog slagingspercentage voor een school van groot
belang is, blijkt uit de werkdruk die sommige scholen op hun
leerlingen en leerkrachten leggen. In de laatste jaren is er een
opvallende groei ontstaan in het verzorgen van studiebegeleiding.
Deze studiebegeleiders zijn niet bepaald goedkoop en daarmee lang
niet voor iedereen betaalbaar. Vaak is het ook zo dat in bepaalde
gezinnen een 'falen is geen optie'-cultuur heerst en ouders zich
schamen als het hun kinderen niet lukt naar het mulo te gaan, maar
op bijvoorbeeld het lbo terechtkomen. Ouders geven ook aan dat ze
graag het beste voor hun kind willen en zijn van mening dat de
school die ondersteuning niet kan bieden.
Het Pygmalion-effect, ook wel het Rosenthal- effect genoemd, is
een fenomeen dat er in het onderwijs kan worden geobserveerd en
sluit aan bij de selffulfilling prophecy van Robert K. Merton. Het
effect houdt in dat leraren, soms onbewust, verwachtingen hebben
van bepaalde leerlingen. Met deze verwachtingen sturen ze impliciet
de prestaties van leerlingen. Deze sturing kan zowel in positieve
zin: hoge verwachtingen leiden tot betere prestaties als in
negatieve zin: lage verwachtingen leiden tot slechtere prestaties.
De sturing in negatieve zin wordt ook wel het Golem-effect genoemd.
De verwachtingen van leraren zijn dus essentieel voor de prestaties
van leerlingen. Wikipedia ◊
Dit artikel is verschenen in de weekendbijlage van 25
augustus.